Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Geschiedenis van Rotterdam volgens de kroniek van een anonieme geschiedschrijver

Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email:
aad@engelfriet.net

Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Nieuwe Hoofd en klik op ENTER




Geschiedenis van Rotterdam volgens de kroniek van een anonieme geschiedschrijver

Beminde lezer,

(Rga. No. II, fol. 28 verso).
Het is zo dat er van deze kopie wel 17 bladen uitgescheurd waren. Enige ervan uit het midden van het belangrijkste deel, maar ik heb niet kunnen nalaten dit evenwel te kopiëren.

waalseschool

De Waalse School aan de Lange Torenstraat

In het jaar 1629 werd door de heren van Rotterdam een Franse school aanbesteed en in hetzelfde jaar in orde gemaakt. Deze school stond aan de Hoogstraat aan het Roosant (Rode Zand), waar voor die tijd de heer van Kralingen gewoond heeft. Verder stonden er lage huisjes, oplopend van onder aan de dijk richting Roosant.

In juni 1629 heeft men te Rotterdam een hoed (een inhoudsmaat) wintergerst verkocht voor 80 gulden, een hoed zomergerst voor 72 gulden, een hoed haver voor 54 gulden, een last boekweit voor 37,5 à 38 pond, een last Franse gerst voor 36,5 à 38 pond, een Zeeuwse zak rogge voor 24 schellingen 8 groot, een Zeeuwse zak tarwe voor 31 schellingen 8 groot, een last Franse tarwe voor 216 gouden guldens. Dit alles werd tegen contante betaling verkocht.

Op de 13de augustus 1630 werd een last Brabantse rogge verkocht voor 216 gouden guldens, een Zeeuwse zak rogge voor 26 schellingen 6 groot, de Franse rogge voor 206 tot 208 gouden guldens.

De 2de september in hetzelfde jaar werd de Brabantse rogge voor 255 gouden guldens aan een makelaar, Abraham Mot genaamd, verkocht en de Zeeuwse rogge voor 28,5 schelling de Zeeuwse zak. Idem de 9de kocht men Brabantse rogge voor 200 gouden guldens het last. Idem dito de 10de werd door Pieter van der Knap, makelaar, goede Brabantse rogge voor 166 gouden guldens verkocht aan Jan Janse Snaets.

De 13de september werd het brood van vier pond 14 penningen in prijs verlaagd.

(fol. 29). In 1630, het jaar waarover ik het net had, werd op 17 september een last Brabantse rogge door Robbrecht Heymense verkocht aan Jan Claessen Crooswijck voor 331 gouden guldens en de Zeeuwse zak tarwe voor 52 schellingen en de Engelse gerst tot 99 guldens.

beurs11620

1620

eerste Beurs van Rotterdam

met de rug naar de Maas vanwege de wind

De 3de juni 1642 is op de plaats waar de oude Beurs, die afgebroken is, gestaan heeft, geheid voor een huis als residentie voor de heren van de Admiraliteit alhier bestemd. De 6de juli is de eerste steen ervan gelegd. Het genoemde huis is met alle materialen, uitgezonderd het ijzerwerk, met het arbeidsloon aanbesteed voor 26000 guldens. De 11de november van hetzelfde jaar is het arbeidsloon voor twee houten bruggen over het eiland van Colchos voor 650 guldens aanbesteed.

Op de 19de februari 1638 is door het doorbreken van de Lekdijk boven de vaart zulk hoog water ontstaan, dat alle land en de kaden onderliepen, zodat men met schuiten vanaf de Rottekade tot de Goukade en de Rijndijk voer. Het genoemde land was binnen korte tijd van de overstroming verlost en weer droog geworden door de harde oostenwind, waardoor het water wegvloeide en de beesten nog vroeg de wei in konden.

(Rga. No. II, fol. 29). Grote schaarste en snelle veranderingen in de granen in het jaar 1630.

De 3de september verkocht Abraham Mot Brabantse rogge voor 166 gouden guldens. Op dezelfde dag kocht ik van Jacob Heyndrickse 't vierendeel Zeeuwse tarwe voor 33 stuivers en 4 duiten.

De 13de september verkocht Pieter van der Kap puik van Brabantse rogge voor 166 gouden guldens.

De 23ste september verkocht Bouwe Cryne de Brabantse weer voor 180 gouden guldens het last, de 24ste hetzelfde voor 190 gouden guldens en na de middag was ze nog voor geen 200 gouden guldens te koop.

De 1ste oktober kocht men de Brabantse rogge voor 224 gouden guldens.

De 21ste dito voor 230 gouden guldens. Op dezelfde dag kocht men de Zeeuwse tarwe voor 36 stuivers.

(fol. 29 verso). De 22ste kocht men de rogge voor 240 gouden guldens en een Zeeuwse zak tarwe voor 40 stuivers.

De 28ste kocht men een Zeeuwse zak tarwe voor 45 stuivers. Diezelfde dag kocht men de Brabantse rogge voor 260 gouden guldens.

De 29ste oktober voor de middag kocht men de Zeeuwse zak tarwe voor 46 stuivers, tegen de middag tarwe die niet beter was voor 48 à 50 stuivers. Op dezelfde dag kocht Michiel Franse Kauw de tarwe voor 52 stuivers te weten de Zeeuwse zak van Jan Franse van Soomerdijck. Na de middag kwam er een bekendmaking dat in Amsterdam enige schepen met granen waren aangekomen; toen kocht men de tarwe weer voor 42 stuivers. Dezelfde dag kocht men de Brabantse rogge voor 270 gouden guldens, de zak tarwe werd gekocht voor 47,5 stuiver.

De 2de november kocht men de Moskovische rogge voor 280 gouden guldens.

De 4de november kocht men de Moskovische rogge voor 290 gouden guldens.

De 9de dito verkocht Robbert Heymense Brabantse rogge voor 300 gouden guldens.

De 11de dito dezelfde voor 312 gouden guldens.

De 14de dito heb ik zelfs van Robbert Heymense Brabantse rogge gekocht voor 326 gouden guldens 't last.

De 18de dito heb ik van Robbert Heymense Brabantse rogge gekocht voor 228 gouden guldens, waarvan ik zelf de winst mocht nemen. Dezelfde dag verkocht Robbert Heymense Brabantse rogge voor 331 gouden guldens.

De 26ste dito verkocht men de rogge voor 315 gouden guldens en vanaf die tijd begon het te verslappen.
(fol. 30). Hetwelk men naast aan God aan de voorzorg van de magistraten te danken heeft, die een gebod lieten uitgaan dat niemand enige granen onderhands of buiten de markt mocht kopen, maar met zijn schepen naar de markt moest komen en de magistraat het voorbod moest presenteren. Ook ontsloten in alle steden de heren hun zolders en mengden het brood zo dat zij het goed verkochten. Daarbij leden de bakkers grote schade met hun granen, die zij op zolder hadden en duur hadden ingekocht.

De 7de november verkocht de stad haar rogge voor 300 gouden guldens en verbood de pachters briefjes als zijnde stadsgranen aan de bakkers te geven.

De 8ste december verkocht de stad haar rogge voor 286 gouden guldens.

Op de 8ste december 1648 woonde er in Rotterdam een man, die Kors Aryaense heette; hij was een voerman op het Goudse veer, die wel 16 maal met één hand een kolfbal vanaf de Hoogstraat voor de Nieuwe Kerkstraat over de St. Laurenskerk geslagen had en één keer met beide handen over de toren, voor de toren met het nieuwe werk verhoogd was.

In de meimaand van het jaar 1648 zijn de wijzerborden aan de stadhuistoren vernieuwd en ook hoger geplaatst. De oude hadden toen volgens de datum die erop stond wel 50 jaar gestaan.

(Rga. No. 12, fol. 29 verso).
Op driekoningenavond in het jaar 1639 waaide er 's avonds en 's nachts een harde storm, zodat een oorlogsschip, dat voor 't Nieuwe Hoofd voor anker lag, 's nachts omwaaide. Men vermoedde dat er wel 40 mensen in waren die verdronken. Er kwamen er maar 2 van af, die 's morgens afgehaald werden. Dezelfde nacht waaide de spits van de toren van Ryerkerck (Ridderkerk) eraf.

nieuwhoofd17eeuw

Het Nieuwe Hoofd in de 17e eeuw

wittepoortleu

De Wester Nieuwe Hoofdpoort oftewel de Witte Poort

leuvehaven1694

1694

links de grotere Wester Nieuwe Hoofdpoort, ook wel de Witte Poort genoemd
rechts de kleinere Ooster Nieuwe Hoofdpoort

over dat ophaalbruggetje voor de linker Wester Nieuwe Hoofdpoort ging je naar de Zalmhaven

In het jaar 1641 werd de schuine Scheepmakersbrug bij het Nieuwe Hoofd aangelegd.

delftsepoortbrugrotte

de Oude Delftsche Poort
het bruggetje met de wandelaars ligt over de Rotte
geheel links het oude Hofpoortje naar de Oppert

In november van het jaar 1643 hebben de heren van Rotterdam het arbeidsloon van 650 gulden aanbesteed om twee bruggen te bouwen buiten het Hofpoortje om langs de singel naar de Goudse poort te lopen.

Anno 1643 in december is het arbeidsloon van 450 gulden en de oude brug besteed aan Pieter Heinderixce om de Draaibrug te vernieuwen.

(fol. 30). In het begin van het jaar 1638 is de dijk van de Lek boven de vaart doorgebroken zodat alles onder water liep tot aan de stad Rotterdam toe. Tegenover Pompenburg werden in de stadssingel veel gaten gemaakt, waar het water weer uitliep als de sluizen in werking waren. Toen werden ze weer met planken dichtgemaakt, maar het water siepelde in de laatste meidagen van dat jaar nog zo uit het land, dat de beesten daar veel last van ondervonden.

In het jaar 1638 is de Gapersbrug bij Aerien Schravesande, die toen stadstimmerman van Rotterdam was, vernieuwd.

Anno 1639 is de Roobrug gerepareerd en vernieuwd.

(fol. 31). In januari anno 1644 is het arbeidsloon om de Leuvebrug te vernieuwen besteed en aangenomen door Anshelmes Aeriense voor 825 gulden en de oude brug erbij. Op dezelfde dag is ook het arbeidsloon om de kleine Wijnbrug bij Cornelis Verhaven te vernieuwen besteed en aangenomen door Pieter Heinderickse voor 250 gulden en de oude brug erbij. Toen is ook het arbeidsloon om de Duivelsbrug te vernieuwen besteed en aangenomen door Aerien Dammisse voor 300 gulden en de oude brug erbij.

huisprinsen

In augustus 1657 werd het meest zuidelijke pand van de Prinsenkerk geheid en in dat jaar werd het fundament van de muur erop gemetseld tot op straathoogte. In het jaar 1658 werden de muren verder erop gemetseld en werd de kap erop gezet. In het jaar 1659 werd ze van binnen gewelfd en met balken bedekt. In april van datzelfde jaar is men begonnen de kap met leistenen te dekken.

Anno 1653 werden weer 12 vaandels burgers in de wacht genomen en werd hen opgedragen om de 24 nachten te waken en 's avonds met hun geweer vol geladen en met wapperende vaandels naar het Stadhuis te trekken.

De 12de oktober anno 1654 om half elf 's morgens is in Delft de kruittoren ontploft, terwijl de opzichter van het kruit binnen was en mede wegvloog. Er was binnen Delft grote schade aan huizen en er waren veel daken afgesprongen. Ook was er veel schade aan de kerken en gingen er veel mensen dood. De klap dreunde zo hard in Rotterdam dat veel deuren eruit sprongen en het land en de huizen dreunden of er een aardbeving was geweest.

Anno 1657 op de 18de en 19de oktober waaide er een harde oostenwind. Het water stond zo laag dat de sluizen in 48 uur nauwelijks dicht waren. Het was buiten mensenheugenis dat de molens aan de Rotte niet gemalen hadden en dat alle havens en binnenwateren zo goed als droog stonden.

(fol. 32 verso). Anno 1657 kwam er in het najaar zo weinig kabeljauw op de markt, dat er een rijksdaalder betaald werd voor een kwart kabeljauw. Een zeker persoon, wiens middelen niet zo groot waren als zijn hart, moest een achtste kabeljauw hebben voor 25 stuivers.

apotheekromein

De Soetenbrug

rechts achter de Soetenbrug de Zeevismarkt

rechts aan de overkant van de Blaak de Lutherse Kerk

In maart 1657 is men begonnen dammen te leggen, één aan de Soetenbrug (Oude Leuvebrug) aan de Vismarkt en één aan het oosteinde van de Grote Markt. Eén kwam er aan de Raambrug en één aan de brug van de Zandstraat bij de Court van de Engelse lakenhandel. Het water werd uitgemalen en de Delftse Vaart achter het Taanhuis, het Spui en overal buiten en onder de Markt werd er uitgediept. Aan het Spui werden vier nieuwe deuren ingebracht alsmede twee nieuwe aan de brug bij de Court en twee aan de Raambrug. De straat van de St. Jacobsbrug tot de Raambrug werd open gegraven en de Sijl werd vernieuwd. Alle stenen kaden werden gerepareerd alsook het Spui en de Markt. Van de Markt was een deel van het gewelf afgebroken. Er werden balken overgelegd en die werden met planken afgedekt. Daarna kwam de bestrating. Toen werden de dammen weer doorgestoken op de 9de juli 1657. December anno 1657 begon men de Keizersbrug te vernieuwen, wat in maart daaropvolgend werd voltooid.

In de laatste dagen van december 1657 begon het zachtjes aan te vriezen. In januari 1658 begon het harder te vriezen, zodat men de 1ste februari voor het Oude Hoofd de Maas begon op te gaan. Voor het Nieuwe Hoofd was het nog open. Daarna begon het zo hard te vriezen dat men op de Maas overal naar toe kon, naar Schiedam, Vlaardingen en verder. Er stonden voor het Oude Hoofd en voor het Nieuwe Hoofd tenten op het ijs en er reden dagelijks veel paardensleeën met vis, haring en allerlei waren naar (fol. 33) Geertruidenberg, Gorkum, Bommel en hoger. Dit duurde tot de 26ste februari. Toen begon het dinsdag, woensdag en donderdag aan een stuk door te regenen en 's nachts vroor het licht. Tussen vrijdag en zaterdag vroor het weer streng, het was mooi weer en het vroor zo hard dat er 's zondags weer veel volk op de Maas was tot de 4de maart 's avonds zeven uur. Dinsdag 's morgens om zeven uur begon het ijs te smelten en het was 's middags al in zoverre weg, dat er een schip uit Culemborg in de haven aanlegde. Op de plaat zat nog veel ijs, maar op de 6de maart was al het ijs uit de Maas verdwenen. Alsof er geen ijs was geweest. Tot verbazing van de mensen kwamen de schepen toen weer van alle kanten en van zee.

Anno 1658 op de 21ste april, het was paasdag, begon het tegen de avond zo te donderen en te weerlichten, dat het, doordat er een raam openstond, vlam vatte in enkele zilversmidskolen die op de zolder van de Oostpoort lagen. De gehele kap van de poort verbrandde, zodat de molens die vlakbij stonden in groot gevaar waren om ook in brand te geraken, maar het vuur werd tegengehouden.

In mei 1658 werd er aanbesteed om een dam van aarde met bovenop rijshout van tweehonderd roe lengte te maken, komende vanaf de Noord naar de plaat om die weg te doen uitschuren. Het werk werd aangenomen voor 15 duizend gulden.

De 4de december 1658 begon het zachtjes te vriezen tot de 8ste december. Toen werd het mistig en begon het zo hard te vriezen dat het elke nacht meer dan twee duim dik vroor. De 10de van die maand was het water voor de stad nog open en mocht men vanaf het Tolhuis nog komen varen, maar bij het Hoofd moest men een stukje over het ijs lopen. De 11de december kon men vanaf het Nieuwe Hoofd tot aan het Tolhuis en achter de plaat om tot aan de Noord en over de (fol. 33 verso) nieuwe rijsdam lopen. Men kwam voor IJsselmonde en verder van het Nieuwe Hoofd naar Delfshaven ook over met paard en slee, maar van Honingen tot het Nieuwe Hoofd bleef het voor de stad open. Op 13 december begon het weer licht te dooien, zodat er de 25ste weer schepen van zee door het ijs naar de stad kwamen zeilen. Alle havens lagen nog dichtgevroren, zodat men erover mocht lopen. Er moest overal opengehakt worden doordat het ijs zo dik was.




Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net

Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER






Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

12 April 2016