Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

De elektrische installatie voor verlichting en krachtsoverbrenging te Rotterdam in 1894

Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email:
aad@engelfriet.net

Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Rotterdam en klik op ENTER




De elektrische installatie voor verlichting en krachtsoverbrenging te Rotterdam in 1894

Het is in onze goede stad geen gewoonte om het gereedkomen van een, zij het ook nog zo belangrijk, werk met uitbundig vreugdebetoon te vieren. Het grote publiek heeft dan ook nauwelijks opgemerkt, dat reeds op de 1ste november van dit jaar de elektriciteit én voor beweegkracht én ter verlichting op een groot gedeelte van de Linker Maasoever werd beschikbaar gesteld; evenmin zal het waarschijnlijk een grote indruk maken, indien, zoals verwacht wordt, hetzelfde de 15de januari voor een deel van de Rechter rivieroever het geval zal zijn. En toch is het gereedkomen der elektrische installatie een belangrijk feit in de geschiedenis van onze stad. Niet alleen, dat Rotterdam dan de vele voordelen zal genieten, die aan een ruime verspreiding der elektriciteit, én voor beweegkracht én voor verlichting verbonden zijn, doch tevens zal zij er zich op kunnen beroemen, een der eerste steden van ons werelddeel te zijn, waar op grote schaal de beide toepassingen der elektrische kracht op rationele wijze verenigd zijn. Het was dan ook een uiterst belangrijk besluit, dat de Gemeenteraad de 15de juni 1893 nam, toen hij f 700,000 toestond voor het maken der elektrische installatie, een bedrag, dat later met bijna f 100,000 vermeerderd werd voor de uitbreiding van het kabelnet langs enige straten van het handelskwartier der oude stad.

Had de elektrische verlichting in de meeste grote steden reeds burgerrecht verkregen, het maken van elektrische bewegingswerktuigen had daarentegen meer tot de uitzonderingen behoord. Doch vooral elektrische havenkranen, waarvan men op de aanleg bij bovengenoemd besluit evenzeer als op de verlichting het oog had, kwamen nog bijna nergens voor. Bij het onderzoek althans, in 1890 door de directeuren der gemeentewerken, gasfabrieken en handelsinrichtingen in een groot deel van Europa ingesteld, was het gebleken, dat in dit werelddeel nog geen elektrische havenkraan te ontdekken was. Toch meenden de hoofdambtenaren, dat de elektriciteit boven elke andere beweegkracht in aanmerking kon komen voor de outillage van onze havens. Zij stelden echter voor geen beslissing in dit vraagstuk te nemen, alvorens men in de gelegenheid was geweest hier ter stede met een elektrische kraan een proef te nemen. De Gemeenteraad stond in 1891 de nodige gelden toe, tot de aanschaffing van zulk een werktuig. Bovendien had men het geluk, dat tegelijkertijd ook het Hamburger stadsbestuur bij twee fabrikanten kranen bestelde, zodat men spoedig de keuze had tussen drie verschillende stelsels. Bij de vele proeven, zowel hier als aan de Elbe genomen, bleek het dat zeker geen der drie kranen nog een in elk opzicht volmaakt werktuig was, doch tevens kon men de conclusie trekken, dat, bij een combinering der drie verschillende stelsels, een door elektriciteit als beweegkracht gedreven kraan voordelen bezit boven de tot 1894 gebruikelijke wijze van krachtsoverbrenging.

Slaan wij het tijdperk van voorbereiding en van bouw der verschillende werken, welke tot de elektrische installatie behoren over, en gaan wij thans na, wat voor het bovengenoemde bedrag is tot stand gebracht. Richten wij daartoe allereerst onze schreden naar het terrein der gasfabriek aan de Oostzeedijk. Van die dijk af voor het oog verborgen is aldaar, in de loop van dit jaar, een eenvoudig gebouw verrezen, waarin de voor velen zo geheimzinnige kracht wordt voortgebracht. Het gebouw bevat in hoofdzaak naast elkaar twee grote ruimten: de stookplaats en het machinelokaal. In eerstgenoemde vinden wij twee reusachtige stoomketels, gemaakt volgens een, in de laatste tijd, hoe langer hoe meer in zwang komend stelsel, waarbij men het voordeel heeft, dat men een grote hoeveelheid stoom op een betrekkelijk kleine grondoppervlakte kan voortbrengen.

De stoomketels worden door cokes gestookt; feitelijk wordt dus de elektriciteit voortgebracht door een nevenproduct der gasfabriek. Om de aanleg zo zuinig mogelijk te maken, monden de rookkanalen der ketels in een vroeger reeds aanwezige schoorsteen. Er wordt in eerstgenoemde ketels stoom voortgebracht van 13 atmosferen overdruk; een buitengewoon hoge spanning voor landmachines. De stoom wordt gevoerd naar twee triple-compound-machines, welke direct aan de dynamo's (de elektriciteits-voortbrengers) gekoppeld zijn. Beide vormen reeds het begin van het vele geheimzinnige, dat de leek, die men langs de elektrische installatie rondleidt, wordt voorgehouden. De stoommachines zijn van een hoogst merkwaardig type. Geen enkel bewegend deel is eraan te ontdekken dan een as, die 350 omwentelingen in de minuut maakt en waaraan het bewegende deel der dynamo verbonden is. De machine zelf is zo klein, dat zij in een gewoon vertrek plaats zou kunnen vinden, niettegenstaande zij een vermogen heeft van 170 paardenkrachten. De stoomwerktuigen zijn geleverd door de heren Willams & Robinson te Ditton-on-Thames en zijn bij uitnemendheid geschikt tot het bewegen van dynamo's. Zij zijn de eerste grotere werktuigen van deze soort op het continent, doch worden in Engeland reeds sedert jaren in groten getale gevonden. De drie stoomcilinders zijn boven elkander geplaatst; de krul beweegt zich geheel in een oliebad en is daardoor onzichtbaar. In het lokaal waarin deze machines zijn opgesteld is nog plaats voor een derde werktuig; evenzo kan in het ketelhuis nog een derde ketel worden opgericht. Het machinelokaal ligt een tiental treden boven de begane grond. Daaronder bevindt zich een zeer ruime kelder, waarin al de stoomleidingen liggen en tevens de inrichtingen voor het condenseren van de stoom zijn opgesteld. Men is verplicht geweest hier een tamelijk samengestelde inrichting, namelijk een oppervlakte-condensator, te maken om de stoom af te koelen en weer als water naar de ketels te pompen. Er is toch aan de gasfabriek geen geschikt water voorhanden om de ketels te voeden. Men gebruikt daarom, evenals bij zeeschepen, altijd hetzelfde water, dat na eenmaal tot stoom gevormd te zijn, door het koude, doch zeer verontreinigde water uit de sloot naast de Nieuwe Plantage wordt afgekoeld, zonder daarmee vermengd te worden.

Slaan wij thans een blik op de ziel der gehele onderneming, de dynamo's. Deze toestellen zijn bij uitnemendheid modern en eerst toen men erin slaagde door het ronddraaien van draadwindingen langs magneten op grote schaal elektriciteit op te wekken, is het mogelijk geworden, dat die natuurkracht toepassingen heeft gevonden, welke zovelen zich reeds op het eind van de vorige eeuw daarvan hadden gedroomd. Ook de dynamo's vertonen weinig bewegende delen, en laten nauwelijks vermoeden, welk een zorg bij hun samenstelling noodzakelijk is geweest. Koperen, doch goed geïsoleerde draden voeren de door de werking der dynamo's opgewekte elektriciteit naar een samenstel van koperen stangen, welke zich bevinden achter een groot, uit marmeren platen samengesteld bord, dat is opgesteld op een verhevenheid aan het ene eind van het machinelokaal. Op dit soort toneel bevindt zich de persoon, die de verdeling der elektriciteit naar de beide onderstations moet regelen. Hier ook wordt gezorgd, dat de spanning van de elektrische stroom zo constant mogelijk blijft, en wordt tevens voortdurend nagegaan, welke hoeveelheid elektriciteit op elk ogenblik door de dynamo's wordt geleverd. Ter verduidelijking wordt hierbij gevoegd, dat de voortplanting der elektriciteit door de koperdraden in vele opzichten aan dezelfde wetten gehoorzaamt als het stromen van water door buizen.

Het accumulatoren-station, dat op de hoek van de Leeuwenlaan en de Coolvest verrezen is, trekt ook daarom de aandacht, terwijl er op een zeer klein grondvlak plaats gevonden is voor al datgene, wat daar moest opgesteld worden. Op de begane grond vindt men de regelingstoestellen, en een klein dienstvertrekje; daarboven staan de 250 cellen over 9 verdiepingen verdeeld; zowel hier als te Feijenoord is het gebouw zo groot gemaakt, dat de hele accumulatorenbatterij verdubbeld kan worden. Een zeer groot aantal koperen staven brengt de elektriciteit der verschillende cellen naar de regelingstoestellen. Ook daarom zijn deze gebouwen, interessant omdat het grote gewicht der cellen moest opgevangen worden op een ijzerconstructie van voldoende sterkte welke direct op de paalfundering draagt. Het bedrijf in deze onderstations is hoogst eenvoudig. Eén man houdt zich daar slechts op tot het bijvullen der accumulatoren, waarvan de vloeistof allengs verdampt, en om ervoor te zorgen, dat de automatische toestellen behoorlijk werken. Bij het laden der cellen ontwikkelen zich daar onaangename dampen, die door ventilatiekokers worden afgeleid. Het zou ons te ver voeren, indien wij nog meer willen doordringen in al de meettoestellen en regelingsinrichtingen, die in de onderstations te vinden zijn; liever richten wij de blik op de wijze, hoe van daar uit de elektriciteit naar de gebruikers geleid wordt.

Bepalen wij ons eerst tot de verlichting, de vorm van levering van elektriciteit, met welke het publiek het meest in aanraking komt. Op tweeërlei wijze kan deze plaatsvinden, door boog- en gloeilampen. Eerstgenoemde leveren het krachtige, doch blauwe licht, dat uitstraalt van de lampen op de terreinen der gasfabriek en de grote lamp van het Hotel Coomans en op zo menige andere plaats in onze gemeente. Dit is de oudste vorm van elektrische verlichting, en geschiedt, zoals van algemene bekendheid is, door twee kool-pitsen op korte afstand elkaar te doen naderen en daar een elektrische stroom door te laten gaan. Lange tijd heeft dit licht bij het publiek in een kwade reuk gestaan, omdat het veeltijds flikkerde en er niet zeldzaam gloeiende stukjes kool uit de ballons vielen. Deze bezwaren zijn thans door de nieuwere uitvindingen geheel weggenomen; en niemand die het rustige licht op de gasfabriek of de nog slechts sedert korte tijd brandende lampen der loodsen op Feijenoord heeft waargenomen, zal tegen dit licht enig ander bezwaar hebben, dan dat het door zijn kleur een eigenaardige tint op de omgeving werpt. Bij uitstek is dit licht, dat bovendien, zoals later zal blijken, goedkoop is, geschikt voor het verlichten van grote ruimten en plaatsen in de open lucht. Stromen van groter spanning dan 55 Volts kunnen echter niet door booglampen worden geleid; daarom moeten er steeds, indien men ze aansluit op de leidingen, die tevens voor gloeilichtjes dienen, twee van deze lichten achter elkaar branden, zodat in elk dezer slechts de helft van de oorspronkelijke spanning heerst. Een zeer gelukkige toepassing heeft dit booglicht de laatste tijd gekregen voor teken- en kantoorlokalen. Men richt het dan zo in, dat de lamp geen direct licht in het vertrek geeft, doch dat er onder deze een kap hangt die het licht doet terugkaatsen op een grote reflector, welke boven de lamp aan de zolder hangt. Op die wijze vermijdt men én de hinderlijke slagschaduwen, welke een sterk centrum van licht noodzakelijk geeft én voorkomt men ook, dat de ogen door het zien in deze lichtbron worden aangetast. De tekenzalen van de Academie van Beeldende Kunsten zullen, indien de Gemeenteraad althans in zijn volgende zitting daartoe de nodige gelden toestaat, aldus verlicht worden.

Nu wij toch de verdeling der elektriciteit nagaan, is het voor de lezer wellicht van belang te weten, in welke straten op dit ogenblik de elektrische verdelingskabels liggen en waar dus de aangrenzende huizen aansluiting aan het net kunnen aanvragen. Deze straten zijn op de Rechter Maasoever de volgende: Coolvest tussen Hogendorpsplein en Doelen, Boymansstraat, Soetersteeg, Zeevismarkt, Noordblaak, Korte Hoogstraat, Gedempte Franse water, Roodezand, Hoogstraat tot aan de Goudse Wagenstraat, Nauwe en Wijde Marktstegen, Grote Markt, Nieuwstraat, West Nieuwland, Beursplein, Zuidblaak, Korte Hoofdsteeg, Oude Havenkade, Gelderse Kade tussen Gapersteeg en Leeskabinet, Gapersteeg, Vissteeg, Zwartehondstraat, Wijnhaven tussen Vissteeg en pand No. 19, Hertekade, Hertestraat, Boompjes, Pottebakkerssteeg, Leuvehaven O.Z., Leuvehaven W.Z., tussen Leuvebrugsteeg en Witte Leeuwensteeg, Witte Leeuwensteeg, Schiedamse Dijk tussen Karrensteeg en Boymansstraat. Men ziet hieruit, dat een deel van de winkelstand en het handelskwartier op deze rivieroever het elektrisch licht kan verkrijgen.




Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net

Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER






Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

21 December 2023