Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Karakteristiek van Rotterdam vóór 1940

Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email:
aad@engelfriet.net

Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Rotterdam en klik op ENTER




Karakteristiek van Rotterdam vóór 1940

Rotterdam was vanouds een stad van werkers, waar het geld verdienen op de voorgrond stond, waar het, als je hierin geslaagd was, wel plezierig was om te wonen en je aan de oevers van de Maas of in de polderlanen behaaglijk in te richten, maar waar je als toerist toch niet in de eerste plaats heen trok om nieuwe of verrassende indrukken op te doen, omdat je er gauw uitgekeken was en er eigenlijk niet veel te beleven viel. O ja, diezelfde toeristen roemen in hun nagelaten reisbeschrijvingen met opvallende eenstemmigheid de properheid van de stad en haar onvergelijkelijk mooie ligging aan de bocht van de brede rivier en, geneigd als wij mensen nu eenmaal zijn om causale verbanden te leggen, komt ons bij het lezen daarvan onwillekeurig het woord "na-schrijverij" op de lippen.

Toch is dit laatste vermoedelijk maar een heel enkele keer het geval en hebben we hier te doen met onafhankelijk van elkaar gevormde observaties: want Rotterdam wás vroeger een aantrekkelijke stad, een heldere stad ook, waar het frisse rivierwater de havens doorspoelde en schoonhield en geen kwalijk riekende geuren uit stilstaande grachten konden opstijgen als zo vaak in andere steden, die op hogere ouderdom en eerbiedwaardiger herinneringen konden bogen, een stad bovendien met veel eigen bekoring: drukte van laden en lossen uit zeeschepen, die tot het hart van de stad konden doordringen, gerij van sleden en sleperswagens, gewapper van vlaggen en wimpels van fregatten en korvetten boven de kruinen van de bomen uit die de havens omzoomden, gerucht van passagierend scheepsvolk in zeemanskroegen, geuren van specerijen uit verre landen, volle pakhuizen en deftige koopmanswoningen. Maar dit alles kon de gemiddelde reiziger slechts voor korte tijd boeien: behalve het standbeeld van Erasmus, waar iedere humanist een pelgrimstocht heen maakte, en de Grote Kerk met zijn zeeheldenmonumenten, bood de woelige handelsstad in architectonisch opzicht weinig interessants en ontspanningsmogelijkheden waren er ook al niet veel: hij verlangde naar het naburige 's-Gravenhage, waaraan het hofleven een kosmopolitisch cachet gaf en waar wellicht een of ander galant avontuur lokte, of naar Amsterdam, waar het leven met volle teugen genoten kon worden, waar kunsten en wetenschappen bloeiden en verworven rijkdommen met statige pronk werden genoten en tentoongespreid.

Maar er kwam een tijd, dat er zelfs op het eerste gezicht weinig bekoring meer van Rotterdam uitging, dat het koor van lofredenaars plotseling verstomde. Dat was toen de aanleg van het spoorwegviaduct door het lichaam van de oude binnenstad de intieme beslotenheid van de stadskern onherroepelijk schond en de ontluistering van wat allengs van woonwijk tot zakenkwartier degradeerde, snel om zich heen greep en onder de leuze: sanering (waarvan we overigens niet graag iets kwaads zouden willen zeggen) hele straten ten offer vielen aan de verkeers- en hygiënische eisen van de moderne tijd. Dagelijks stonden slopers gereed om zich op een nieuwe prooi te werpen en omstreeks 1915 waren vele van de woonhuizen en kerken al weer afgebroken. Tussen de beide wereldoorlogen heeft het ontluisteringsproces zich verder voltrokken. Zeker, de brede havens waren er nog wel en het loof van iepen en platanen verborg barmhartig de armoede van veel moderne gevelarchitectuur, maar wie bekommerde zich eigenlijk nog om die gore gribus van steegjes en sloppen, waar je bij het passeren van Vissersdijk of Goudsesingel tersluiks, en niet zonder kippenvel te krijgen, even in gluurde? En toch vielen voor een geoefend oog wel kleine vreugden te beleven in deze ongure doolhof, waar het bezinksel van de maatschappij zijn leven doorbracht in vervuiling en ontucht: een scheefgezakt oud huisje, een wankel trapgeveltje hier, een schilderachtig binnenplaatsje, een uitgestorven straatje daar. Aan dit alles werd een einde gemaakt door de Tweede Wereldoorlog, die Rotterdams binnenstad in één middag wegvaagde.




Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net

Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER






Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

12 December 2021