Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

De intocht der Canadezen in Rotterdam

Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email:
aad@engelfriet.net

Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Rotterdam en klik op ENTER




De intocht der Canadezen in Rotterdam

De achtste mei 1945 zal in de herinnering blijven voortleven als de dag van de onvoorwaardelijke capitulatie van de restanten der Duitse legers. De vrede is een feit. Voor de Rotterdammers is onafscheidelijk aan deze dag verbonden de intocht der Canadezen. Het wachten duurde lang die laatste paar dagen.

Maar nu zijn ze dan toch eindelijk gekomen. Dinsdagmiddag begon het. Lange rijen vrachtauto's van het Rode Kruis en de etappedienst trokken de stad in. De mensen die er getuige van waren, waren letterlijk niet te houden. Zij omspoelden de colonnes met donderende toejuichingen, bloemen en serpentines vlogen door de lucht, er werd gezwaaid met zakdoeken en vlaggen, en de geestdrift van de jeugd was zó groot, dat de Canadezen zelf er zich geen raad mee wisten. De auto's werden letterlijk bestormd, men zag meer jongens en meisjes op de wagens zitten dan Canadezen, in heel veel gevallen was de bestuurder niet meer te zien: de jeugd puilde de cabine uit. Tot laat in de avond duurde het feest. Vooral op de Coolsingel, waar ook de burgemeester getuige was van de intocht, was de geestdrift groot. Nee, het werd géén indrukwekkende parade van een overwinnend leger, maar dat deerde de Rotterdammers niet. Elke grote of kleine colonne werd met hetzelfde uitbundige gejubel begroet. Hoofdzaak was dat men zijn vreugde kon uitleven!

Op de Linker-Maasoever moest men zijn geduld nog tot zeven uur 's avonds bedwingen. Vandaar, dat men zich in de middaguren vermaakte met het oppakken van N.S.B.'ers, ook trok men in optochten door de straten of was men ijverig in de weer om in de straten een feestversiering aan te brengen. Toen de Canadezen eindelijk arriveerden, kende de geestdrift der bewoners geen grenzen meer en men schreeuwde en juichte tot men bijna geen stem meer in de keel over had. De Canadezen zelf getuigden ervan, dat zij nergens zo uitbundig waren ingehaald als in het westen van Nederland. Geen wonder, nergens is er ook zó reikhalzend naar de bevrijders uitgezien als hier. Bijna nergens heeft de Duitse terreur zo gruwelijk huisgehouden als in de hongerprovincies. En nu eindelijk de Canadezen, die gebruinde kerels met hun vrolijke, glunderende gezichten en hun prachtuitrusting er zijn, nu valt de Rotterdammers in letterlijke en figuurlijke zin een pak van het hart. Nog een dag of wat, dan is het gehate Duitse uniform verdwenen. Het Herrenvolk gaat de weg terug.

Onder de eersten, die de Maasstad bereikten, behoorde ook een verslaggever van Herrijzend Nederland. In het te Londen verschijnende orgaan "Vrij Nederland" vertelt hij het volgende over zijn ervaringen: Vlakbij Rotterdam gebeurde er iets eigenaardigs. Een klein meisje, dat langs de weg stond, dook bij het zien van de wagen plotseling in een kuil en barstte in tranen uit. Het gezelschap in de reportagewagen, die uitgerust was met luidsprekers, begreep aanvankelijk niet wat er aan de hand was, tot de oplossing tot hen doordrong. Tijdens de beruchte razzia's in de grote steden, werden de mannen opgeroepen door middel van auto's met luidsprekers. Vlakbij de Plas ging de tocht door het water dat hoog opspatte en enkele fietsers kletsnat maakte. Er werden lelijke gezichten getrokken en goed-Hollandse scheldwoorden gebruikt, tot de mopperaars de ster zagen en uitbarstten in oorverdovend gejuich. Verder ging het de stad door, recht naar het centrum de Coolsingel. Hier stond voor het stadhuis een geweldige mensenmenigte opgesteld, wachtend op de komst der bevrijders. Nauwelijks kreeg men de wagen in het oog, of er steeg een gejuich op, dat horen en zien verging. De menigte wuifde en schreeuwde, en scheen door het dolle heen van geestdrift en vreugde. Vlak achter de reportagewagen stopte een auto: eruit stapte de commandant van de Nederlandse Strijdkrachten. Deze kwam op de reportagewagen toe en begroette: "The first Canadians to reach Rotterdam". Toen de Canadezen daarop in onversneden Hollands antwoordden, kende de vreugde helemaal geen grenzen meer. Door een duizendkoppige menigte heen, ging het gezelschap naar het stadhuis, waar zij ontvangen werden door de in zijn ambt herstelde burgemeester mr. P.J. Oud.

Kort na de aankomst van de reportagewagen kwam burgemeester Oud voor de microfoon, zich richtend tot de burgerij van Rotterdam, maar tevens tot alle Nederlanders. Nog nooit, aldus mr. Oud, heb ik met zoveel vreugde voor de radio gesproken als op deze dag. Ik zou willen dat u allen op dit ogenblik zoudt kunnen aanschouwen hoe Rotterdam eruitziet. Rotterdam is een en al feestvreugde, het is alsof we hier Koninginnedag vieren, de Koninginnedag, die we zo lange jaren hebben gemist. Rotterdam heeft ernstig geleden. Rotterdam is de stad geweest die in de meidagen van 1940 zo ernstig werd getroffen. Onze gehele binnenstad is verwoest. In de septemberdagen van het vorige jaar heeft ook de haven lelijke klappen opgelopen. Maar op het ogenblik is het alsof ons leed is vergeten. Ik mag hier wel aan toevoegen, dat de Bevrijding juist op tijd is gekomen. Wij stonden inderdaad op de rand van de hongersnood. De Rotterdamse bevolking heeft echter haar veerkracht bewaard. Wij hebben gelukkig gezien, dat de vliegtuigen van onze Bondgenoten grote hoeveelheden voedsel hebben gebracht. Er wordt met kracht gewerkt aan de distributie daarvan, zodat we met recht kunnen zeggen: de redding is nog precies op tijd gekomen. Mr. Oud besloot met de woorden: Wij hebben onze vrijheid herwonnen. Wij gaan bouwen aan een nieuw Rotterdam, aan een nieuwe stad en een nieuwe haven. Het is hier op de Coolsingel één grote menigte. Voortdurend klinkt het Wilhelmus en voortdurend ook datgene waarmee ik wil eindigen: Leve de koningin.

Tijdens de feestelijke intocht van de eerste Canadezen blaast ook de Havenvereniging "Rotterdam" appel. En wel in de grote koopmansbeurs aan de Coolsingel. Voor de oorlog was de oude Beurs aan het Beursplein vaak het verzamelpunt van feestend Rotterdam. Iedereen herinnert zich de geestdriftige zanguurtjes onder leiding van mevrouw Grimberg-Huyser, altijd uitlopend op een geweldige hospartij van de jeugd. Welnu, de nieuwe Beurs blijkt deze taak over te nemen. De Havenvereniging Rotterdam is de eerste, die een feestelijke bijeenkomst hier organiseert en het blijkt weldra, dat de grote zaal zich schitterend voor dergelijke gebeurtenissen leent. Honderden bij honderden zijn opgekomen om van het eerste symptoom van de herlevende Rotterdamse haven getuige te zijn. Onder hen bevinden zich tal van prominente figuren uit de Rotterdamse haven en het bedrijfsleven. Burgemeester Oud, die beloofd had te zullen spreken, blijkt door een belangrijke conferentie ten stadhuize verhinderd te zijn het woord te voeren. Er is nog een klein kansje dat hij in de namiddag komt. Als eerste feestredenaar betreedt daarom, na het zingen van ons volkslied, mr. K.P. van der Mandele, de voorzitter van de Rotterdamse Kamer van Koophandel, het spreekgestoelte. Deze houdt een geestdriftige redevoering van ongeveer de volgende inhoud:

De voorzitter van de Rotterdamse Havenvereniging, mr. H. Willemse, heeft vervolgens iets verteld over de toekomstige plannen van de Vereniging. Hij herdacht de gevallenen en sprak de hoop uit, dat de duizenden Rotterdammers, die in slavernij werden weggevoerd, spoedig weer met ons verenigd zullen zijn. Hulde bracht spreker aan allen, die voor onze vrijheid gevochten hebben, en aan onze Bondgenoten, die ons met spek, bacon, ham en kaas gebombardeerd hebben. Het was een schitterend gebaar, dat we nog aan onze kindskinderen zullen doorvertellen. Hulde bracht spreker aan het Russische volk, dat miljoenenoffers heeft gebracht en de spits heeft afgebeten, toen alles verloren scheen. Als Havenvereniging, aldus spreker, doen wij niet aan politiek, wij willen geen Russisch communisme en geen Amerikaanse cultuur in blik, maar dat belet ons niet onze grote objectieve dank tot uiting te brengen aan de volkeren, die de overwinning bevochten. En nu moeten we weer aan de slag, zo vervolgde spreker. We hebben veel verloren, maar ook veel gewonnen, namelijk dat we elkander hebben leren waarderen en begrijpen. Er zijn nieuwe mogelijkheden gekomen, mogelijkheden van samenwerking tussen kapitaal, beheer en arbeid. Er kome een maatschappij, waarin samenwerking zal bestaan, ongeacht verschil in godsdienst, politiek, stand of maatschappelijke ontwikkeling. Op allerlei gebied wacht de Havenvereniging Rotterdam een belangrijke taak: op het gebied van propaganda, van wederopbouw, van contact met het buitenland. En bovenal: in de toekomst moet er een haven-dag komen, die een feestdag is voor de gehele burgerij.

Dankbaar constateert de zakenman vandaag in Rotterdam: de tunnel is er nog, de bruggen zijn onbeschadigd, we hebben nog negen kilometer kaden, maar ook: we hebben nog mensen, waar we vertrouwen in stellen. We ademen weer vrije lucht. We zullen weer werken. Tot nu toe was sabotage een nationale deugd. Dat is voorbij. We staan voor herstel van onze haven. Alleen dat is al de moeite waard om voor te leven. Plechtig en gedragen weerklonk hierna de zang van het "Wilt heden nu treden". Mr K.P. van der Mandele, maakte zich hierna nog tot tolk voor de burgemeester, die verhinderd was te komen. Hij bracht hulde aan de landsvrouwe, die in de oorlog ons aller moeder was geworden. Straks zullen we haar onze dank brengen, maar we zullen het daarbij niet mogen laten. Over drie jaar, aldus spreker, viert onze vorstin haar gouden regeringsjubileum. Het is onze plicht onze dankbaarheid zó tot uiting te brengen, dat alsdan een goed deel van het opbouwwerk, waarvoor vijftien á twintig jaar staat, voltooid zal zijn. (Geestdriftige toejuichingen.) De zaal was goed en wel leeggelopen, toen op het allerlaatste moment toch nog de burgemeester verscheen. Een gedeelte van de verzamelde menigte keerde op haar schreden terug en de burgemeester hield een korte, geestdriftige bevrijdingsspeech. Het was een daverend slot van een goed geslaagd bevrijdingsfeest, waaruit bleek, dat de Rotterdammers met onverwoestbare energie gaan werken aan de wederopbouw van de haven.




Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net

Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER






Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

24 Juni 2022