Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Het innemen van Ouderschie en een schermutseling met de Schiedammers

Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email:
aad@engelfriet.net

Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Overschie en klik op ENTER




Het innemen van Ouderschie en een schermutseling met de Schiedammers

Uit Rotterdamse Heldendaden onder de stadvoogdij van den jongen heer Frans van Brederode, genaamt Jonker Fransen Oorlog door K. van Alkemade




De Stalmeester, die tevens Opperveldheer des Konings was, sloot Rotterdam te water en te land hoe langer hoe meer in. Dit deed hij om de stad geleidelijk aan van alle toevoer van levensmiddelen en oorlogsbenodigdheden af te snijden en uiteindelijk uit te hongeren. Dat bewoog het belegerde Rotterdam er echter niet toe om enige schikking te treffen of ook maar de minste beperking te stellen omtrent het opgebruiken der voedingsmiddelen, omdat het omliggende platteland voldoende ruimte leek te bieden voor een overvloed aan allerlei mondbehoeften.

Op de zevenentwintigste van de sprokkelmaand kwam een bode die vanuit de stad Gouda gezonden was met een brief van de Stalmeester aan Van Brederode. De brief behelsde een vriendelijk aanbod van goede en redelijke voorwaarden tot verzoening en overgave van de stad Rotterdam met een voorstel en verzoek om wederzijds de beraming en vaststelling daarvan op een bepaalde tijd en plaats af te handelen.

De Stadvoogd maakte de inhoud van deze boodschap bekend aan de krijgsoversten en zond de afgevaardigde met zijn brief terug, hem gelastende te zeggen dat niet de minste gedachte aan het komen tot een verdrag voorhanden was. Dit kalme antwoord maakte het uitgelaten en kittelorige krijgsvolk nog vrijborstiger. Zozeer zelfs dat ze de bezorger van de brief niet alleen uitlachten, maar ook duidelijk dreigden, dat zij hem, indien hij ooit weer met dusdanige boodschappen en verzoeken kwam, onmiddellijk aan de voorpoort, die zij hem toonden, zouden opknopen.

Hierop kwamen de volgende dag vier kloeke 's Lands Oorlogsschepen met de vloed opzeilen en deze bleven recht voor de stad liggen. Ze beletten alle toevoer en uitvaart over water en soms schoten ze met grof geschut de haven in.
Dat noopte de Rotterdammers ertoe om hun zwaarste kanonnen naar het blokhuis en naar de Maaswal te brengen en op het einde van 't Hoofd een hoge borstwering of schietschans op te werpen en er de beste stukken op te zetten, die, als het spel begon, de oorlogsschepen welhaast zouden doen vertrekken en zoveel ruimte doen maken dat de stroom boven en beneden de stad buiten het bereik van de kanonnen voortaan openbleef.

Toen deze opening te water aldus goed gelukt was, namen de belegerde Rotterdammers zich voor om te land eenzelfde proef te doen. Daartoe werden veel nuttige ontwerpen in de krijgsraad aangevoerd waarover werd geredetwist.
Een besluit om het dorp Ouderschie in bezit te nemen haalde het echter met een meerderheid van stemmen en werd vastgesteld, want van deze plaats hing met zekerheid de voornaamste doortocht en opening naar het hele Westland af. Doch de meeste twijfel had men over uitvoerbaarheid van zo'n belangrijke onderneming. Dit kwam doordat het dorp niet alleen met veel krijgsvolk en uitgelezen manschappen was bezet, maar er ook rondom de kerk zulke stevige en sterke beschansingen waren aangelegd, dat een voorspoedige uitvoering van deze aanslag door de krijgskundigen als een wonder beschouwd zou worden. Maar hoe onmogelijk deze stekelige zaak ook leek, nochtans heeft de afloop ervan geleerd, dat het geluk de kloekmoedige begunstigd en met een gewenste uitslag gezegend heeft.

Op de zesde dag van de lentemaand, die aan Fredelinus gewijd is, stegen de bevelhebbers heer Dirk van Hodenpijl, heer Walraaf en heer Antonis van Brederode en heer Jan van Kroonenburg, zoon van Heinryk van Kroonenburg, en vierhonderd ruiters te paard, gevolgd door zeshonderd voetknechten, onder de hoofdmannen heer Kornelis van Treslong en Jan van Niewmegen, die kort tevoren tot dit eervolle ambt was bevorderd. Zij trokken om drie uur in de vroege morgenstond naar het eerdergenoemde dorp, waar zij met grote snelheid en veel geweld gebruikende de beschansing aanvallende, op het meest onvoorziene ogenblik de bezetting verrasten en zoveel ontzag inboezemden, dat die veel te weinig tegenweer bood en zonder veel bloedvergieten de vesting overgaf.

Of de vijanden niet in staat van verdediging hebben kunnen komen door tijdgebrek, of dat zij van binnenuit verraden zijn, daarop is ons het juiste antwoord niet nagelaten. Wat echter wel bekend is, is dat in Ouderschie veel Schiedamse soldaten in bezetting lagen, die op de hoogte waren van het eerder vermelde verraad van die stad, waarvan de meesten Gelderse of Kleefse mannen waren, die het weinig kon schelen wiens zijde zij kozen en zich daarom gemakkelijk bij de Rotterdammers hebben gevoegd. Verder is bekend dat de anderen, daarover ontsteld en verbaasd, des te gemakkelijker zijn geweken en voorts om het lijf te redden, ieder naar wat hem het beste leek, de wegen naar Delft en naar Schiedam zijn ingeslagen.

Nauwelijks hadden de vluchtelingen de tijding van hun verlies in Schiedam gebracht, of heer Willem van Boshuizen, baljuw van Rijnland, een edelman te moedig om zich deze gelegenheid te laten ontglippen zonder een staaltje van zijn dapperheid ten beste te geven, kwam onmiddellijk met zijn Leidse poorters en Rijnlanders, waar zich de Haarlemmers en de Amsterdammers bij voegden, in Ouderschie met een zo goed geregelde opdracht en met zo'n vurige drift, die in staat zijn gebleken zijn vijanden uiteen te doen stuiven en de plaats af te staan die hij voorhad te heroveren.

Maar de Rotterdammers, te voorzichtig om zich niet goed te hoeden en te trots op hun verse overwinning om niet een nieuwe kans te wagen, traden deze helden met eenzelfde dapperheid tegemoet en gedroegen zich zo manhaftig, dat het geluk, dat onlangs de Heer van Boshuizen zo goed had gediend, hem alhier tegenviel en noodzaakte om niet zonder oneer en met achterlating van een groot aantal van de burgerschutters het veld te ruimen.




Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net

Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER






Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

15 Augustus 2017