Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Herberg buiten het Hofpoortje van Rotterdam in de eerste helft van de Gouden Eeuw

Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email:
aad@engelfriet.net

Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld herberg en klik op ENTER




Herberg buiten het Hofpoortje van Rotterdam in de eerste helft van de Gouden Eeuw

De stad Rotterdam had sedert 1412 een privilege dat haar het recht gaf bakken, brouwen, tappen of het doen van enige nering binnen een kring van ruim 1 kilometer buiten de stadsvesten te verbieden, zodat het de vestiging van alle ongewenste industrie en bedrijven op het platteland kon tegenhouden.
Op den duur werd de handhaving van dit verbod zeer bezwaarlijk, ondanks de hernieuwing bij publicaties van 1618 en 1642, zodat het "hoe langer hoe meer bij verscheyde luyden dagelijks overtreden werd....tot groot nadeel en prejudicie van inwoonderen en burgeren deser stede".
Een publicatie van 1645 scherpte daarom de overtreders nog eens in, dat zij uiterlijk tot de eerste november van dat jaar de tijd hadden om hun bedrijven te liquideren. In 1650 telde Rotterdam vijf stadsherbergen, van overheidswege gesanctioneerde etablissementen, waaronder "St. Joris" buiten de Hofpoort aan de Rotte.

Er wordt voor het eerst melding gemaakt van een herberg buiten het Hofpoortje van Rotterdam in het jaar 1609.
Gerrit Willemsz, waert in de Mereminne, verklaart dan samen met Henrick Goossens, die 20 jaar oud is en Jacob Ewoutsz, volder, oud 39 jaar, dat zij gezien hebben dat Jan van Es, wonende aan de Rotte, een hoeveelheid turfmolm weghaalde die op de steiger voor de deur van Gerrit Willemsz lag.

In 1626 wordt dezelfde herberg het Lant van Beloften genoemd, waar de volgende verklaring wordt afgelegd door Crijn Jansz, laeckenbereyder, betreffende vader Adryaen Dircksz - en zoon Dirck Adryaensz van Leeuwen in het bijzijn van anderen: De zoon is een goed knecht, maar zijn vader is een dief. Ik zal dat bewijzen. Ik heb getuigen genoeg die het voor de burgemeester gezegd hebben.

Op verzoek van de Hooftmannen van het Gilde van de Schippers wordt een verklaring afgelegd door Claes Ottensz, geelgieter (werkman die geelkoper verwerkt) en knecht, varende in 't binneveer van Rotterdam op Amsterdam dat hij op 12 oktober 1631 gezien heeft dat Cornelis Cornelisz Stuyffpeper, schipper in 't binneveer van Amsterdam op Rotterdam in zijn schip, dat toen van Rotterdam naar Amsterdam voer, meer dan 37 reizende personen heeft meegenomen; het schip was een tijd gelegen voor het huis "de Roemeyn" buiten het Hoffpoortgen op de Rottecade in Blomersdyck.
Deze verklaring werd afgelegd in het huis genaamd Amsterdam bij het Amsterdamse Veer op verzoek van het Schippersgilde.

Het Amsterdamse Veer bestond uit een binnenveer en een buitenveer. Het binnenveer was in het hart van de stad Rotterdam achter de St. Laurenskerk. Het was de vertrekplaats van de trekschuitdienst op Amsterdam.

laurensgroenmarkt1807

1807

De Groenmarkt vanaf het Leidse Veer

laurens1676

1676

Gezicht op de Binnenrotte bij de St. Laurenskerk.

Achter de kerk was het Amsterdamse veer, de vertrekplaats van de trekschuitdienst op Amsterdam.

Aan de overzijde van de Binnenrotte was het Leidse Veer

Bij Maertge Schouten, vrouw van Lenert Willemsz, die als opvolger van Gerrit Willemsz eigenaar en waard van het Lant van Beloften, eerder de Meerminne, was, werden in 1633 de ruiten ingegooid door vier mannen die ook aan de Cleywech al dronken waren geweest. Daar verzochten zij de waardin voor hen te tappen, hetwelk zij weigerde, omdat haar man al naar bed was en de mannen dronken waren.

Joris Adriaensz, varend als timmerman op het schip van capiteyn Lieffkint, 50 jaar en Jan Maertensz, zeevarendeman, 30 jaar, verklaren op 1 mei 1634 op verzoek van Teunis Florisz, brandewijnbrander, dat zij op woensdag 26 april in de nieuwe herberge op het Ansterdamse Veer buiten de Hofpoort hebben zitten drinken, toen Teunis Florisz en ene Reynier N.N., wijnverlater, wonend in de Gapersbruggestrae in den Romer, woorden kregen.
Reynier vroeg aan Teunis of deze wist dat diens zwager Aelbert Claesz, enige "muylperen" had gekregen en tegen de "candelaer van 5 pijpen" was opgelopen. Teunis ontkende hier iets van te weten. Daarop zei Reynier, die Teunis dreigde te slaan, dat hij van een zekere Revecx gehoord had dat hij een "crayer" was en voor hem op moest passen.

Enige jonge mannen verklaren op 18 december 1636 dat zij met enkele anderen bij Jan Jaspersz, herbergier in de Boom van Jesse, zijn geweest en daar hoorden dat Anthony daar "voor een clucht" vertelde dat in de nieuwe herberg op het Amsterdamse Veer vier vrouwen , o.a. Gillis die een zuster is van Dirck Dierten, waren die dansten in het bijzijn van Dirck Diert, de heer Hoogendorp, de schepen Crijger en één van de Vissers.

Op 20 mei 1638 leggen Claes Jansz Bogaert, gewezen varende man oud 73 jaar en Willem Claesz Hoochgeboren, waert oud 50 jaar, die buiten het Hoffpoortgen bij het Amsterdamse Veer wonen op verzoek van Henrick Maertensz Sickenbrugge, matroos onder capiteijn Antonis van Walbeecq, een verklaring af.
Ze zeggen dat Henrick een zoon is van Maerten Henricxsz Sickenbrugge die in Den Hage overleden is en dat deze Maerten weer een broer was van Pieter Henricxz Sickenbrugge, hun gewezen buurman, die ongeveer drie jaar geleden is overleden en die gewoond heeft in het huis genaamd Den Romeijn. Deze Pieter Henricxsz Sickenbrugge was oom en bloedvoogd van Henrick. Zijn weduwe genaamd Tanneken Jansdr is nu zeer oud en kinds, maar woont nog in hetzelfde huis.

Maritgen Schouten, weduwe van Lenert Willems, wonend buiten het Hoffpoortgen, geassisteerd door Pieter Antonisz, laeckenbereijder, verkoopt op 21 april 1640 aan Andries Jacobs Swan haar huis, nu genaamd "het Lant van Beloften", eerder "de Meerminne", staande buiten het Hoffpoortgen, ten oosten van de volmolen (vollen is het doen vervilten van wollen stof), belast met een rente van 18 gulden en 15 stuivers ten behoeve van het gasthuis. Verder voor 2700 gulden.
Het recht van overgang tot in de Rotte blijft bestaan. Op het huis staat een contract tussen Gerrit Willems, de vorige eigenaar en Pieter Willems, scheeptimmerman, de opvolger van Mees Jacobs.

Pancras Aeryens, wonend op de Ceulse watermolen en Hendrick Jans van Hekel hebben op 24 oktober 1643 een contract met elkaar gesloten over een volmolen. Zij hebben een geschil gekregen en leggen de zaak nu in handen van Aldert van der Duym en Cornelis de Ruyter als arbiters.
Van Hekel moet aan Pancras Aeryens 2419 gulden en 2 stuivers betalen. Dit gebeurt in de herberg St. Joris buiten het Hoffpoortgen.

Wolphert van Leeuwen en Andries de Roy, beiden exploitiers des gemeene lantsmiddelen ('s Rijks belastingen), verklaren op verzoek van Adriana Vergilst, collectrice van de impost (een soort belasting) van de boter alhier, dat zij op 21 maart 1645 buiten 't Hoffpoortgen zijn geweest om de boter te onderzoeken die door enige huysluyden (boeren) is opgebracht en verkocht.
Aan 't Amsterdamse Veer bij de Nieuwe Herberge, genaamd nu de Statsherberge, is een huysman met zijn schuit komen aanleggen die uit deze schuit een melkmouw (langwerpige holronde bak) met verschillende stukken boter aan land bracht.
Deze werd aangenomen door de vrouw van Andries Jansz en in haar huis gebracht. Van Leeuwen en De Roy zijn vervolgens naar het huis van Andries Jansz gegaan en hebben daar nog 12 stukken boter aangetroffen, bedekt met een serviet, die zijn vrouw, zo bleek, van ene Daniel Aeryensz, wonend in Schiebroek, had gekocht.
De boter werd in beslag genomen en laatstgenoemde werd vanwege het weigeren van een biljet door hen en de diender van justitie in hechtenis genomen.

Heynrick Corneliss, 27 jaar, cleermaecker en Merritgen Huygen, jongedochter van 22 jaar, beiden wonende aan het Amsterdamse Veer, verklaren op 7 februari 1646 op verzoek van Andries Janss Koomen, backer, die ook aan het Amsterdamse Veer woont, dat Koomen 14 dagen geleden met zijn kinderen 2 dagen naar zijn vader op de Berchsenhouck is geweest en dat zij gezien hebben dat Jan Blieck, Wolphert van Leeuwen en de jonghe De Roy in die dagen de hooiberg van Koomen in brand hebben gestoken.
Marijtgen Davits, 23 jaar, vrouw van Gerrit Gerritss, constapel, wonende aan het Amsterdamse Veer, verklaart dat, toen zij voor de Stadsherberg aan het Amsterdamse Veer stond, de vrouw van Koomen haar voor getuige hield van het feit dat Blieck met de zijnen met geweld spullen uit haar huis haalden en die naar de slede van Blieck op de Rotte brachten.

Cornelis Verdaech, 38 jaar, wonende op het Fransevelt buiten het Hoffpoortgen, verklaart op 9 september 1648 op verzoek van Pieter Cornelisz Dorsman dat toen Dorsman en anderen een gedeelte van het Fransevelt kochten en er tuinen van maakten, er voor zijn erf, naast de stadsherberg gelegen, gemaald, een stuk land afgestoken en een afvoer gemaakt moest worden.
Later kon door verbreding van de kade de wetering niet meer gebruikt worden.

Koenraedt Jansz Iserman, scheepstimmerman, wonende buiten het Hoffpoortgen, komt met Leendert Jorisz Boender, wonende in de Groenendael, overeen twee praemen (kleine, platboomde vaartuigen) te ruilen. Bovendien betaalt Leendert Jorisz Boender 126 carolus gulden aan Koenraedt Jansz Iserman.
De akte is in de herberg "de Grootte St. Joris" aan de Rotte opgemaakt op 17 juli 1649.




Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net

Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER






Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

6 Februari 2015