Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Het havengebied en het achterland van Rotterdam in 1931

Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email:
aad@engelfriet.net

Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Rotterdam en klik op ENTER




Het havengebied en het achterland van Rotterdam in 1931

De verbindingen tussen havengebied en achterland.
Richting Delft.

De Kamer van Koophandel te Rotterdam bepleitte in het begin van de 20ste eeuw een goede verbinding tussen de rivier de Nieuwe Maas en de bestaande binnenwateren, terwijl de Kamer van Koophandel te Delft aandrong op een spoedige voltooiing van de zogenaamde Parksluizen te Delfshaven. Op dezelfde verbinding heeft betrekking de eveneens door laatstgenoemde Kamer voorgestane betere regeling van de doorvaartijden voor de spoorbrug over de Delfshavense Schie. Het gemeentebestuur van Schiedam was van mening, dat ten gevolge van de toeneming van het verkeer aan de spoorbrug over de Schiedamse Schie een onhoudbare toestand was ontstaan. Betreffende de doorvaartijden door de spoorwegbruggen deelde de directie der Nederlandse Spoorwegen mede, dat aan de regeling daarvan bij iedere dienstregeling opnieuw de nodige aandacht wordt gewijd en verbeteringen, waar mogelijk, worden aangebracht. De Kamer van Koophandel te Rotterdam zou verbetering wensen te zien in de verbindingen te water met Delft en Leiden en met de noordelijke provincies. In het bijzonder een verbetering van de Schie te Delft bij de Rotterdamse Brug scheen de Kamer van Koophandel te Delft van groot belang.

Westland.

Laatstgenoemde Kamer was van oordeel, dat het Westland groot belang bij de Rotterdamse havens heeft wegens de aanvoer van steenkool, glas en hout en de afvoer van verschillende tuinbouwproducten. Daartoe was allereerst verbetering van de waterverbinding nodig. Aangedrongen moest worden op spoedige uitvoering van het kanaal Westerlee-Kromme Zweth-Zweth-Dulder-Kastanjewetering-Delft, voorzien in het rapport der Commissie voor de vaartverbetering in het Westland, ingesteld door Gedeputeerde Staten in december 1924.

Richting Amsterdam, Twentekanalen en Maaswerken.

De Kamer van Koophandel te Rotterdam drong aan op een zo snel mogelijke voltooiing van de verbeteringswerken aan de binnenvaartwegen naar Amsterdam, op een spoedige uitvoering van de Twentekanalen en voltooiing van de Maaswerken.
Volledige spoorweguitrusting op beide oevers Nieuwe Maas. Ten aanzien van de spoorwegverbindingen met het achterland is het allereerst van belang mede te delen dat de Kamer van Koophandel te Rotterdam het van belang achtte elk der beide oevers van de Nieuwe Maas van een op zichzelf volledige en afdoende spoorwegorganisatie te voorzien, zowel voor het personen- als voor het goederenverkeer.

Doorgaande rijtuigen.

De Kamer meende voorts dat aandacht besteed moet worden aan het feit, dat Rotterdam misdeeld is in het verkeer met doorgaande rijtuigen. De directie van de Nederlandse Spoorwegen, van dit bezwaar in kennis gesteld, kon dit niet toegeven. Zij deed de Commissie tot Onderzoek naar de Havenbelangen van Rotterdam en Omgeving een overzicht toekomen van de voornaamste rechtstreekse verbindingen in de zomerdienstregeling van 1930.

Tarieven.

Burgemeester en wethouders van Dordrecht wezen op de houding van de buitenlandse spoorwegen ten opzichte van de zeehavens, met name de Duitse Spoorwegen ten opzichte van Hamburg, Bremen en Emden en de Belgische ten opzichte van Antwerpen en Gent. Bij de Nederlandse Spoorwegen zou moeten worden aangedrongen op lagere tarieven en het betrachten van uiterste soepelheid. De directie der Nederlandse Spoorwegen deelde naar aanleiding van deze en dergelijke klachten onder meer mede, dat het huns inziens niet aanging om buitenlandse vrachtprijzen zonder meer te vergelijken met de in Nederland geldende. Men moest de vrachtprijzen beschouwen binnen het raam van en rekening houdende met de voor elk land geldende bijzondere toestanden en omstandigheden. Wat de vrachtprijzen in België aangaat, moest de directie erop wijzen, dat de levensstandaard daar veel lager is dan in ons land. Bovendien heeft België door minder waterwegen een veel intenser goederenvervoer per spoor, hetgeen lagere vrachtprijzen mogelijk maakt. Kenschetsend was, dat België telkens zijn tarieven verhoogde.

De directie deed wat zij kon om de Nederlandse zeehavens de concurrentie met de buitenlandse zeehavens mogelijk te maken, maar werd daarin ernstig belemmerd, o.a. doordat de Duitse Rijksspoorweg Maatschappij haar tarief tot de Duitse havens zóveel gunstiger stelt dan haar tarief tot de Nederlandse grens, dat de Nederlandse Spoorwegen het verschil in totaalvracht meestal niet kunnen overbruggen. Men moest niet denken, dat verlaging van tarieven niet persé een ongunstige invloed op de ontvangsten uitoefent. Meestentijds was het zeer twijfelachtig, of een tariefsverlaging een zodanige vervoersvermeerdering zal geven, als nodig is om het verschil in vrachtopbrengst en de hogere kosten te dekken. De directie had in dit opzicht lang niet altijd gunstige ervaringen opgedaan. Nochtans zegde zij toe op het punt van verdere tariefsverlaging te allen tijde diligent te blijven.

Verbindingen naar het oosten en het zuiden.

De Kamer van Koophandel te Rotterdam achtte op den duur voor Rotterdam de totstandkoming nodig van spoorwegverbindingen voor het goederenverkeer in de richting Utrecht, naar de Betuwe en over de Moerdijkbrug, die van het steeds drukker wordende personenvervoer zo weinig mogelijk last ondervinden. De Kamer wees erop, dat het als een ernstige verkeershindernis moet worden beschouwd, dat de genoemde brug, die voor het zeer belangrijke verkeer tussen Rotterdam en het zuiden moet dienen, slechts van enkel spoor is voorzien. Het gemeentebestuur van Dordrecht achtte ten gevolge van dit feit de lijn Lage Zwaluwe-Dordrecht overbelast. Het was daardoor niet mogelijk de spoorwegverbinding tussen het Brabantse industriegebied, Limburg en Zeeland enerzijds en de provincie Zuid-Holland, in het bijzonder de daarin gelegen havengebieden, anderzijds, zodanig te regelen, dat een intense uitwisseling van goederen tussen het zuiden en het noorden kan worden verkregen. Het snelverkeer naar het Ruhrgebied, Düsseldorf en Keulen werd hoofdzakelijk over Utrecht geleid, terwijl de zuidelijke route over Venlo toch aanzienlijk korter en dus meer aangewezen zou zijn. Bij vergelijking van de beide routes kwam het gemeentebestuur tot het volgende resultaat:

                       Via Utrecht-Emmerik          Via Venlo-Kaldenkirchen

Rotterdam-Duisburg          250 km          217 km

Rotterdam-Düsseldorf       274 km          220 km

Rotterdam-Keulen             314 km          248 km

Voor Dordrecht werden de verschillen nog 48 km groter. Het verleggen van de snelverkeerroute in de aangegeven richting zou niet alleen het Duitse achterland een kortere en goedkopere verbinding met het havengebied verschaffen, maar tevens het Limburgse kolenbekken en het Brabantse industriegebied nauwer met de havensteden verbinden.

Hoewel de directie van de Nederlandse Spoorwegen moest erkennen, dat een enkelsporige Moerdijkbrug op de capaciteit van het baanvak Dordrecht-Lage Zwaluwe een ongunstige invloed uitoefent, diende men er toch, naar zij meende, wel rekening mee te houden, dat die door de plaatsgehad hebbende verzwaring van die brug, die sindsdien zonder snelheidsbeperking bereden mag worden, aanmerkelijk is opgevoerd, waardoor een verbetering is verkregen.

De directie deelde voorts mede, dat het leiden van het snelverkeer van Rotterdam met Duisburg, Düsseldorf en Keulen over Utrecht-Emmerik hoofdzakelijk zijn oorzaak vindt in de omstandigheid dat bij het volgen van de route Utrecht-Emmerik tevens een rechtstreekse verbinding van Den Haag en Amsterdam met het Ruhrgebied wordt verkregen. Bij een poging om alsnog een nieuwe snelle verbinding transit Venlo met Keulen te verkrijgen had de directie vooralsnog niet de noodzakelijke medewerking van de Duitse Spoorwegen kunnen verkrijgen. Met het Limburgse kolenbekken en het Brabantse industriegebied bestaat een verbinding, aldus de directie.
Westland.

Wat allereerst de wegen naar het Westland betreft, de Kamer van Koophandel te Rotterdam achtte deze volkomen onvoldoende. Die te Delft beschouwde de verbindingen te land van het Westland met Rotterdam, vooral met het oog op het zeer omvangrijke vervoer van tomaten, druiven enz. naar die stad, van tenminste even groot belang als die te water. De Kamer achtte daarom de totstandkoming van de volgende wegen zeer gewenst: een rijksweg van Loosduinen door het Westland naar de Maasdijk bij de Nolle, aansluitende op de ontworpen rijksweg Hoek van Holland-Rotterdam, en een weg van de Laakhaven te 's-Gravenhage via het westelijke gedeelte van Delft naar Rotterdam of Schiedam. Door deze laatste weg zou een voor het vestigen van industrie gunstig gelegen terreinstrook worden ontsloten, terwijl bovendien de veilingen te Wateringen en Den Hoorn met deze weg gebaat zouden zijn.

Richting Den Haag.

Het gemeentebestuur van Schiedam beklaagde zich over de spoorwegovergang in de weg Schiedam-Overschie, waar de toestand ten gevolge van de toeneming van het verkeer onhoudbaar was geworden. Het brengen van verbetering in deze toestand is, blijkens mededeling der directie der Nederlandse Spoorwegen, één van de punten, die samenhangen met de oplossing van het spoorwegvraagstuk om Rotterdam in het algemeen.

Verbindingen naar het oosten en het zuiden.

De Kamer van Koophandel te Rotterdam oordeelde ook de wegen van Rotterdam naar 's-Gravenhage, naar Gouda en Utrecht, Noord-Brabant, België en Zeeland en de wegen naar de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden volkomen onvoldoende. De Kamer wist wel, dat verbeteringen in een min of meer vergevorderd stadium van voorbereiding zijn, maar met de voltooiing ervan was men er niet. Ook buiten het kader van deze plannen waren uitbreidingen van het wegennet geboden. Niet alleen zouden dus ter hand genomen werken bespoedigd moeten worden, maar ook diende, hetgeen verder nodig is, te worden voorbereid en uitgevoerd. De Kamer achtte het wenselijk dat het doorgaande verkeer om de grote centra heen wordt geleid. De aandacht van speciale autowegen zou in deze gedachtegang eveneens de aandacht vragen.

Een goede toegang voor vrachtauto's was immers een eis geworden, die gelijkgesteld mocht worden met die van een goed kanalenstelsel. Voor één van de door haar onvoldoende geoordeelde wegen, namelijk voor de verbinding met de overkant van het Hollands diep, vroeg de Kamer nog zeer in het bijzonder de aandacht. De wegen, die uit het noorden bij het Hollands Diep uitkomen, lopen, aldus de Kamer, daar thans in zekere zin dood. Op zijn minst één vaste brug over het Hollands Diep zou aan de belangrijke provincie Noord-Brabant, wier industrie onder de huidige omstandigheden voor een groot gedeelte op de haven van Antwerpen is georiënteerd, de hoognodige verbinding met het havengebied aan de Nieuwe Waterweg verschaffen.




Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net

Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER






Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

1 December 2020