Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Rotterdam in de eerste helft van de 18de eeuw

Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email:
aad@engelfriet.net

Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Stadhouder en klik op ENTER




Rotterdam in de eerste helft van de 18de eeuw

Rotterdam is de eerste Hollandse stad, wier regenten voor de aandrang van de Oranjegezinde burgerij bezweken.

Voorgeschiedenis van de Republiek. De Republiek ofwel De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, de Nederlandse Staat van 1588 tot 1795.
De Republiek is altijd maar een klein (maar gunstig gelegen!) gebiedje aan de periferie van veel grote rijken geweest. Er had zich nooit een machtige adel ontwikkeld, zij was zelfs meestal niet de moeite van het veroveren waard. Hierdoor raakte de Republiek in de 18de eeuw maar zijdelings betrokken bij de "grote" politiek. Daar vonden overal successieoorlogen plaats: overal werden kleine oorlogjes uitgevochten waarin gebiedsuitbreidingen geclaimd werden, gebaseerd op dynastieke aanspraken.

Twee nieuwe machten kwamen op (Rusland en Pruisen), twee andere konden van geluk spreken als ze niet nóg kleiner werden (Spanje en Zweden). De twee landen waar de Republiek mee te maken had waren Frankrijk en Engeland. In Frankrijk was het Lodewijk XIV die aanhoudend zijn best deed om zijn gebied in het noorden te vergroten, terwijl Engeland de Republiek als handelsnatie steeds meer overvleugelde. Toch was de situatie aan het begin van de eeuw dermate "stabiel" dat men na de dood van Willem III (overleden in 1702) besloot geen nieuwe stadhouder meer aan te stellen. Van 1702 tot 1747 hadden wij hier dus het "tweede stadhouderloze tijdperk".

Maar ook in de Republiek deed de invloed van de Verlichting zich gelden:

Deze ontwikkelingen hadden een grote invloed op de politiek. Toen er in 1747 weer een stadhouder aan het bewind kwam, kreeg hij te maken met een volk, dat - hoewel machteloos - zich niet meer autoritair liet commanderen: er ontstonden "Patriotten". Deze, meestal afkomstig uit de gegoede, liberale, democratisch gezinde burgerij, verzetten zich luidkeels tegen het conservatieve bewind van de stadhouder.

vanoeveren (59K)

Cornelis van Oeveren

De koekebakker Van der Meer acht op 25 april, als de jobstijding van de overgave van Sluis aan de Fransen Rotterdam bereikt, het ogenblik gekomen om handelend in te grijpen. Cornelis van Oeveren, wagenmaker aan het Haagsche veer, meent op 25 april 1747 dat het nog minstens veertien dagen te vroeg is om met een gemeenschappelijke actie te beginnen om de Prins van Oranje tot stadhouder van Holland te laten uitroepen.

Op 29 april 1747 neemt de Vroedschap van Rotterdam, "in consideratie genomen zijnde de gevaerlijke en bedroevende omstandigheden, waarin de Republycq zig bevind, mitsgaders de vierige begeerte en instantie van de burgerij en ingezetenen van deeze stad", unaniem het besluit om Willem Carel Hendrik Friso, Prins van Oranje-Nassau, "voor soo veel deze stad aengaet", uit te roepen tot stadhouder, kapitein-generaal en admiraal van Holland.

zinnebeeld (57K)

Zinneprent voor het herstel van het stadhouderschap door verheffing van Willem Carel Hendrik Friso tot Stadhouder Willem IV

grotemarkt1750 (54K)

1750

Groote Markt Rotterdam

29 April staat Van Oeveren vroeg op. Samen met zijn vrienden zal hij naar het Raadhuis gaan om de heren te verzoeken de prins, voor zoveel Rotterdam aangaat, tot stadhouder te verkiezen. Tevergeefs proberen zij Van der Meer, koekebakker, mee te krijgen. Deze komt niet opdagen "voordat alles afgehandelt is". Van Oeveren is met zijn kornuiten het eerst bij het Stadhuis. Langzamerhand groeit de menigte aan, die Van Oeveren niet eens kent, dringt het gebouw binnen, als er geroepen wordt: "De gecommitteerden uit de burgerij binnen!"

In de burgemeesterskamer vertolkt een zekere Timmers de wensen van het volk, waarop hij prompt ten antwoord krijgt: "Vrienden, 't geen gijlieden daar voorstelt, zijn wij alle met hart en ziel voor. Maar gij ziet, dat de kamer niet voltallig is, hebt een weinig gedult. Om te tonen dat wij daar voor zijn, zullen wij het in de Weth brengen". Na enig wachten wordt de deputatie andermaal binnengeroepen, nu in de voltallige vergadering, waar de pensionaris haar het genomen besluit meedeelt. Aangezien het juist boondag is, zal men eerst tot de verkiezing van de nieuwe burgemeesters overgaan en het voorstel daarna in de Weth brengen.

boonenzak

De Bonenzak van Rotterdam

Als Van Oeveren dit heugelijke bericht aan het wachtende volk bekend maakt, komt Van der Meer met opgestreken zeil op het Stadhuis, duwt Van Oeveren "met een groot boeha" opzij en verwijt hem in het openbaar, dat hij er niet op gestaan heeft, dat de verheffing van de prins aan de burgemeestersverkiezing vooraf moet gaan. Van Oeveren dient hem van repliek en waarschuwt tegen overhaasting. In zijn memoires noteert hij later: "Als wij het zeggen van Van der Meer gevolgt hadden, was de stad in een bloedbadt geweest".

Na de verkiezing begeven de burgemeesteren zich naar de Vroedschap om er de genomen resolutie voor te dragen. Van Oeveren behoort weer tot degenen, die binnengenodigd worden om het verzoek van de burgerij te ondersteunen en daarna om kennis te nemen van de genomen beslissing. Ondertussen is het erg rumoerig in het Stadhuis en kan het volk zijn ongeduld nauwelijks meer bedwingen. Als de deputatie de vroedschapskamer verlaat, zijn aller ogen op Van Oeveren gericht. Deze heeft niets te doen dan een oranjelint te voorschijn te halen, dat om zijn hoed te binden en te roepen: "Mannen, nu is Oranje boven!" of een onbeschrijfelijk gejuich stijgt uit de dichte menigte op. Hij voelt zich "vierkant opgenomen" en wordt in triomf naar zijn huis gebracht.

Dit is de grote dag van Van Oeveren's leven. "Mijn daden", schrijft hij, "hadden geringe beginselen, maar grote eindens. Ik mag zeggen, zonder te roemen, dat ik een van de eerste in gansch Holland ben, die de verheffing van Z.H. opentlijk durfde voorstaan". In een ander geschrift drukt hij zich op deze wijze uit: "....erkennende mij zelve als het eerste werktuig der Goddelijke voorzienigheit, dat in den jare 1747 binnen mijn geboortestadt is gebruikt tot de verheffing van 't Huis van Oranje in 't Stadhouderlijke gezag".

Het vurig begeerde doel is bereikt en zijn rol uitgespeeld: "Mijn voornemen volbragt zijnde, gedroeg ik mij verder zo als ik altoos gedaan heb, als een gehoorzaam ingezeten. Nergens wilde ik mij nu meer mede bemoeyen.

zeeuwseschuitjes (51K)

In Den Haag valt Van Oeveren en de zijnen de eer te beurt het verzoekschrift met de zilveren kom en bijbehorende lepel, waaruit hij de 25ste april brandewijn met suiker geschonken heeft, de prins persoonlijk te mogen overhandigen. De vorst onderhoudt zich minzaam met de eenvoudige burgers, "die zijn zaak zo belangeloos voorgestaan hebben" en doet hun de toezegging: "Op uw avancement kunt gij staat maken". Weinige maanden later valt er een hellebaardiersplaats bij de Admiraliteit open. Van Oeveren solliciteert en in augustus wordt hij "verheven van den wagenmakersschroef tot den degen".

Intussen blijven wel de in het oog lopende misstanden, zoals de verpachting der indirecte belastingen en de afkeer van de aanmatigende en corrupte regentenoligarchie, die het land ten eigen bate bestuurde en openlijk van verraderlijke verstandhouding met Frankrijk beschuldigd werd (en niet geheel ten onrechte), bestaan.
Het is gemakkelijker een stelsel, dat twee eeuwen heeft gefunctioneerd, met één slag te vernietigen dan aanstonds een nieuw kant en klaar systeem daarvoor in de plaats te stellen.

Onder de nieuwe belastingambtenaren treffen we verschillende kopstukken aan van de partij, die de verheffing van de prins heeft voorgestaan en die op deze wijze voor hun diensten beloond worden. Laurens van der Meer wordt collecteur over de ontgronding, zijn vriend Danserweg, metselaar van beroep, collecteur van de impost op de grove waren en de glazenmaker Joris Loover ontvanger van de rechten van de inkomende tabak.

Veel meer dan een wisseling van personen leveren de democratische woelingen van 1747 en 1748 niet op. De oude aristocratische regeringsvorm blijft gehandhaafd. Willem IV is niet de man om leiding en vorm te geven aan de min of meer onbestemde politieke wensen, die in het volk leven en voelt er trouwens weinig voor om de staatsmachine ingrijpend te verbeteren. De oude regentenpartij, van de eerste schrik bekomen, herneemt zelfverzekerd haar rechten en onder de burgers van de steden is een toenemende vervreemding van Oranje te constateren.




Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net

Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER






Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

3 Juli 2015