Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Voorstellen en conclusies betreffende de haven van Rotterdam in 1931

Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email:
aad@engelfriet.net

Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Rotterdam en klik op ENTER




Voorstellen en conclusies betreffende de haven van Rotterdam in 1931

Voorstellen en conclusies der Commissie tot onderzoek naar de havenbelangen van Rotterdam en omgeving in 1931.

Havengewest.

Het is gewenst, dat de eenheid in de ontwikkeling van het havengebied, gevormd door de Rijn-Maasdelta bevorderd wordt en alle in dit gebied werkzame krachten zoveel mogelijk op hetzelfde doel gericht worden. Te dien einde zal een openbaar lichaam, genaamd Havengewest voor het gebied van de Nieuwe en Oude Maas, moeten worden ingesteld. De twee voornaamste organen van dit lichaam zullen zijn een Gewestelijke Raad en een Dagelijks Bestuur.

De Gewestelijke Raad zal de bevoegdheid hebben een ontwikkelingsplan voor het gebied van het havengewest vast te stellen. Tussen enerzijds de gemeentelijke uitbreidingsplannen en de krachtens de artikelen 45 e.v. der Woningwet vast te stellen streekplannen en anderzijds het ontwikkelingsplan, dat niet openbaar zal zijn en op zichzelf niet van rechtskracht voorzien wordt, zal overeenstemming bereikt moeten worden. Wordt overeenstemming niet in der minne bereikt, dan zullen Gedeputeerde Staten, behoudens beroep op de Kroon, beslissen.

Voor zover en zolang de gemeentebesturen met betrekking tot de vaststelling en herziening van uitbreidingsplannen actief zijn, kan met het vorenstaande worden volstaan. Met het oog echter op de mogelijkheid, dat zij de daartoe nodige medewerking niet willen verlenen, is het van belang, dat de Gewestelijke Raad bovendien de bevoegdheid verkrijgt om zelf streekplannen op de voet van de Woningwet vast te stellen, terwijl Gedeputeerde Staten die Raad de verplichting tot het vaststellen van zulk een streekplan zullen kunnen opleggen. Heeft de Gewestelijke Raad eenmaal een streekplan ter inzage gelegd, dan zullen de bepalingen van de Woningwet inzake de vaststelling van streekplannen door de daarin genoemde commissies ten dele buiten werking treden. Bestonden voor dit gebied reeds streekplannen, dan wordt het door de Gewestelijke Raad vastgestelde streekplan als een herziening van de plannen beschouwd.

Een belangrijke aanvulling op deze bevoegdheden vormt de eis, dat voor de aanleg van havens e.d. en de vestiging van scheepswerven en fabrieken buiten bebouwde kommen aan rivieroevers een vergunning van de Gewestelijke Raad nodig zal zijn, welke alleen zal worden geweigerd, wanneer door die aanleg of door die vestiging het belang van een doelmatige ontwikkeling van het gehele havengebied zou worden geschaad. Ook hier staat beroep open. Het havengewest zal nog met een aantal andere bevoegdheden van minder gewicht worden toegerust. Teneinde te geraken tot de instelling van een havengewest als boven bedoeld, stelt de Commissie de regering derhalve voor bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal een ontwerp van wet in te dienen.

Wijziging van gemeentelijke grenzen.

De instelling van een havengewest zal de tendentie naar grenswijziging verzwakken, doch de grenswijziging zal in bepaalde gevallen nodig blijven. Wanneer een gemeente bemerkt, dat plannen worden gemaakt voor buiten haar grenzen uit te voeren werken en zij acht die plannen met het oog op de ontwikkeling, zoals zij die voor het buiten haar grenzen gelegen gebied gedacht heeft, ongewenst, dan kan, wanneer de plannen inderdaad in de ontwikkeling van het gehele havengebied niet passen, het havengewest daaraan paal en perk stellen. De bewuste gemeente kan daaraan dus niet meer een argument voor wijziging van haar grenzen ontlenen. Wanneer echter een gemeente voor de uitvoering van haar eigen plannen zich genoodzaakt ziet het oog te richten naar buiten haar grenzen gelegen gebied, rijzen moeilijkheden, waarvoor het havengewest geen oplossing zal kunnen geven en die in het algemeen alleen grenswijziging zal kunnen opheffen. Een dergelijke groei van de stad over haar grenzen zal in vele gevallen met zich meebrengen, dat het lokale karakter van de aangrenzende gemeente, op wier grondgebied die uitgroei plaatsvindt, geheel verandert, en daarmee ook de motieven, die pleiten voor handhaving van de bestaande gemeentegrenzen, doen verloren gaan.

Houding van de regering tegenover de gemeente Rotterdam.

Zonder in een beoordeling te treden van de bezwaren, die van de zijde van burgemeester en wethouders der gemeente Rotterdam zijn ingekomen inzake door de regering tegenover de gemeente Rotterdam ingenomen houding, veroorlooft de Commissie zich evenwel voor deze bezwaren de ernstige aandacht van de regering te vragen.

Verbindingswegen in het havengebied.

Voorts is de Commissie van mening, dat de verbindingswegen in het havengebied aan hoge eisen dienen te beantwoorden, aangezien de verschillende havenbekkens op betrekkelijk grote afstand van elkaar verwijderd liggen en de aard van het havenverkeer uitwisseling van goederen tussen deze havenbekkens onderling veelal nodig maakt. Zij meent, dat de hieruit voortspruitende bezwaren slechts kunnen worden verminderd door een soepel verkeersapparaat. De Commissie erkent in dit verband de dringende behoefte aan een tweede oeververbinding, die een kortere weg zal betekenen van de havens aan de rechter Maasoever naar de linker oever. Wat betreft het verkeer te water acht zij het wenselijk, dat het verkeer op de rivier de Nieuwe Maas wordt ontlast en zij kan dan ook bij de gemeente Rotterdam bestaande plannen tot het graven van een kanaal van de Oude Maas naar de geprojecteerde rijnvaarthaven, afgezien van de technische uitvoerbaarheid, welke nog in onderzoek is, slechts toejuichen. Dit kanaal kan naar haar mening een belangrijke verbetering betekenen van de bestaande outillage voor de binnen- en rijnscheepvaart.

Spoorwegen.

De Commissie heeft kennis genomen van de resultaten van het overleg, dat heeft plaatsgevonden tussen het gemeentebestuur van Rotterdam en de Nederlandse Spoorwegen en wenst de uitvoering van het daarbij ontworpen plan, dat voorziet in een op zichzelf volledige spoorwegorganisatie aan beide oevers van de Nieuwe Maas, zonder in de details daarvan te treden, aan te bevelen. Zij meent, dat hierdoor voor het havengebied in de naaste toekomst een vlot spoorwegverkeer mogelijk wordt gemaakt. Waar de spoorwegen voorts een zeer belangrijke verbinding vormen van het havengebied met het achterland, heeft de Commissie nagegaan, in hoeverre deze verbindingen wellicht nog verbetering behoeven. Zij meent, dat ook voor het spoorwegverkeer de geografisch kortste weg aanbeveling verdient, weshalve zij wil wijzen op de zuidelijke wegen, die leiden naar het Duitse achterland en voor het verkeer met dit belangrijke industriegebied de voorkeur verdienen boven de thans in hoofdzaak gebruikte lijnen. Zij meent de vraag te moeten stellen, of het thans niet wenselijk is deze routes te verruimen.

Verdere verbindingen van en naar het achterland.

Naast de spoorwegen acht de Commissie ook de water- en landwegen, die de verbinding vormen met het voor de moderne haven onmisbare achterland, van grote betekenis. Zij heeft dan ook gemeend in het bijzonder te moeten aandringen op modernisering van de verbindingen met het Westland, met de Zeeuwse eilanden en met Noord-Brabant. In het bijzonder met deze laatste provincie en met Limburg acht zij goede verbindingen van groot belang. Waar het verkeer te water voor het havenverkeer overwegend is te noemen, spreekt de Commissie de hoop uit, dat het Julianakanaal en het Twente-Rijnkanaal, welke waterwegen een verruiming van het achterland van het onderhavige gebied brengen, spoedig voltooid zullen zijn.

Industrialisatie van het havengebied.

Tenslotte meent de Commissie te moeten wijzen op de noodzakelijkheid van bevordering van industrialisatie van het havengebied. Zij meent, dat de aard van het goederenverkeer niet in alle opzichten een zekere basis biedt voor de welvaart van Rotterdam en omgeving. Zij acht het mogelijk, dat het verkeer door de vestiging van veredelingsindustrieën aan het havengebied meer dan tot dusver gebonden wordt. Zij beveelt de hiermee samenhangende problemen in de bijzondere aandacht der betrokken autoriteiten aan.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 7 september 1931.

De Commissie: Fortuyn, voorzitter; Joh. Brautigam; L.W.H. v. Dijk; Frederiks; A.J.M. Goudriaan; J. van der Grinten; J.F. Schönfeld; A. v. Walsum; In 't Veld, secretaris; Backx, adj. secretaris; B. Kolff, adj. secretaris.




Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net

Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER






Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

1 December 2020