(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan
Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net
Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:
Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Rotterdam en klik op ENTER
Het Christelijk onderwijs te Rotterdam
Toen de nieuwe Grondwet (1848) vrijheid uitgeroepen had, kregen ook de Rotterdamse broeders moed, om autorisatie aan te vragen. Doch na verloop van enige maanden, 18 juli '49, besloten Burgemeester en Wethouders, "aan de adressanten te kennen te geven, dat deze vergadering uit hoofde der te verwachten nadere wettelijke bepalingen op het onderwijs, vooralsnog geen termen vindt om aan het verzoek te voldoen." Hoe krampachtig hield men toch het monopolie vast! En dat terwijl ieder wist, dat bij de te verwachten wettelijke regeling heel dat autorisatierecht zou vervallen. 't Was alsof een ontvanger weigerde een consentbiljet voor het malen van graan af te geven, en dus verbood te malen, op grond dat er een wet te verwachten stond, waarbij het gemaal werd afgeschaft (v.d. Brugghen in het Nijmeegse Schoolblad.) Nu werd een beroep gedaan op Ged. Staten. Zou het helpen? - Gelukkig kwam de circulaire van Thorbecke en in Zuid Holland lieten Gedeputeerden zich gezeggen. De 28ste december '49 werd de autorisatie verleend. Thans werd een bestuur gekozen, bestaande uit de heren: Baron van Reede van Oudshoorn, J. Voorhoeve HCzn., Dr. Kruyff en Mr. Bichon van IJselmonde. In de Oppert werd een flink huis gekocht, dat verbouwd en tot school ingericht kon worden. Weldra mocht men zich in de toetreding van velen, ook van geliefde predikanten in de Herv. Kerk, verheugen. Maar ook van de zijde der tegenstanders bleven, zoals te verwachten was, tegenwerking en smaad niet achter.
Behalve enige laffe artikelen in de Rotterdamse en de Kerkelijke courant, verschenen er twee brochures in 't licht, om het onnodige en gevaarlijke der nieuwe bijzondere school, zo 't heten moest, aan te wijzen. Van de kant der schoolopzieners werd bovendien nog, na de verleende vergunning, en op meer bedekte wijze, een laatste poging gedaan, om de oprichting te verhinderen, of althans aan de zaak nieuwe moeilijkheden in de weg te leggen. Gelukkig tevergeefs. Van 't vergelijkend examen werd dispensatie verkregen en de benoemde hoofdonderwijzer, de heer A. Meijer van Nijmegen, mocht in oktober 1850 't genoegen smaken, in zijn vaderstad, voorlopig in een hulplokaal, met 60 leerlingen de school te openen. Een half jaar later telde de inrichting, toen overgebracht naar 't verbouwde pand in de Oppert, waar zij sedert '79 onder de heer J. Jansen gevestigd was, (deze school werd later verplaatst naar de 's Gravendijkwal) reeds ruim 160 leerlingen en er was een vierde hulponderwijzer benoemd, wat Mr. Bichon de dankwoorden in de pen gaf: "De Here heeft grote dingen bij ons gedaan, dies zijn wij verblijd". Ook deze school, in 't geloof aan een betere toekomst, met velerlei bezwaren tot stand gebracht, was 't klein begin van grote dingen. Eer men 14 jaar verder was, telde de Rottestad, behalve de diaconie- en weeshuisscholen, reeds tien inrichtingen voor Christelijk onderwijs met ruim 2100 leerlingen, en na een halve eeuw van strijd en lijden, ontvingen er 9000 leerlingen Christelijk onderwijs in achtentwintig scholen.
Ook de kerkenraad der Chr. Afgesch. Gemeente te Rotterdam, die tevergeefs bij het Gemeentebestuur had aangeklopt om vergunning tot oprichting van een bijzondere school der 1e klasse, wendde zich in 't jaar '50 tot Ged. Staten en ontving van deze de gevraagde autorisatie. Er werd een vereniging opgericht met Ds. H.B. Geuchies, predikant van bovengenoemde gemeente aan 't hoofd, en daar men geen geld had voor schoolbouw, begon de eerste hoofdonderwijzer, de heer Krijger, in januari '51 zijn arbeid met acht leerlingen in een gewoon huis in de Hovenierslaan. Tot dit achttal behoorde de professor M. Noordtzij van Kampen. Het leerlingental nam langzamerhand zodanig toe, dat in dezelfde Hovenierslaan een nieuwe school werd gebouwd. De 20e november '50 was door het bestuur een reglement opgesteld, waarin zeer bijzondere nadruk werd gelegd op de zuiverheid der leer.
Volgens art. 1 moest de hoofdonderwijzer zo mogelijk van de Chr. Afgesch. Gemeente zijn, en ter bewijze zijner rechtzinnigheid een formulier ondertekenen, waarbij hij verklaarde "van harte te geloven, dat de stukken der leer in de geloofsbelijdenis en catechismus dier kerk begrepen, mitsgaders de verklaring over enige artikelen der voorzeide leer in de Nat. Synode te Dordrecht, in de jaren 1618 en 1619 gedaan, in alles met Gods Woord overeenkomen."
Art. 2 hield in, dat de hoofdonderwijzer geen hulponderwijzer mocht aanstellen dan van dezelfde geloofsbelijdenis en met goedkeuring van het bestuur der school.
Art. 3 bepaalde, dat de hoofdonderwijzer geen boeken op de school mocht invoeren of dulden tegen de rechtzinnige leer.
Art. 4 schreef voor, dat in de hoogste en middelste klassen de vakken van onderwijs elke week, volgens de lijst van werkzaamheden doorlopen zouden worden.
Tegelijkertijd worden baldadige klompen aan banden gelegd. Een tweede art. 4 luidde: "De kinderen , die klompen aan hun voeten hebben en daarmede stommelen, zullen daarvoor gestraft worden."
Verder was verboden de school te verzuimen, zonder verlof van de hoofdonderwijzer, en de school vóór het einde van de halfjaarlijkse cursus te verlaten, zonder uitdrukkelijke toestemming van het bestuur. Ook waren bepalingen opgenomen omtrent een getuigschrift en herhalingsonderwijs. Reeds onder de heer Middelhoven, die Krijger in '55 opvolgde, werd de school vergroot. In '58 richtte dezelfde vereniging een tweede school op in de Baan.
Moeilijke dagen braken aan, toen de inenting verplichtend werd gesteld. De school in de Hovenierslaan werd letterlijk ontvolkt. Het personeel moest verminderd worden en de traktementen der overblijvenden verlaagd. Toen kreeg een dezer onderwijzers, de heer Van der Werf, van de burgemeester verlof aan de notabelen der stad een lijst aan te bieden, om de ondergang van de school te voorkomen, en verzamelde daarmee f 1000,- Zijn Edelachtbare tekende zelf voor f 25,-. Langzamerhand lieten de ouders der weggezonden leerlingen hun kinderen inenten en verbeterde de toestand. In de geschiedenis van een groot aantal oude Chr. Scholen vormde de invoering van de vacinne-dwang een donkere bladzijde; een enkele school, nl. die van Ds. Buddingh te Goes, die meer dan 300 leerlingen telde, kostte zij in '64 het leven. Nadat in de loop der jaren reeds onderscheiden gemeentebesturen de dwang hadden ingevoerd, geschiedde zulks in 't jaar 1873 voor het gehele Rijk en duizenden ouders, die overwegende bezwaren hadden tegen de toepassing van deze kunstbewerking op hun kinderen, hebben zich tenslotte onderworpen, omdat ze 't nóg schadelijker achtten, hun kroost zonder onderwijs te laten opgroeien.
Hoger nog steeg de financiële nood in '78, toen Kappeyne's wet de kwekelingen als leerkrachten afschafte. Doch toen de ouders door de heer Nogarede, sedert '74 als hoofdonderwijzer aan deze school werkzaam, samengeroepen waren, om over de toestand te beraadslagen, toen bleek ook hier de zwaarder druk tot hoger betoon van veerkracht te prikkelen. Enkelen verdubbelden vrijwillig het schoolgeld, dat reeds f 13,- per jaar en per leerling bedroeg, velen verhoogden met de helft of met een vierde, anderen boden nieuwe steun aan de stuiversvereniging, kort tevoren met toestemming van 't bestuur door 't personeel der beide scholen opgericht, zodat de vereniging weldra f 1000,-, f 1100,-, een enkele maal zelfs f 1200,- per jaar opbracht. Bovendien ontving het bestuur, toen een kostbare verandering in de beide scholen noodzakelijk was geworden, bij gelegenheid der augustuscollecte, van de heer P.E. Arent, de stichter der Arentschool, de vorstelijke gift van f 3000,-. Zo heeft ook voor deze inrichting de wet, die 't op haar ondergang scheen gemunt te hebben, meegewerkt om de financiële toestand te verbeteren.
Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan
Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net
Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:
Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER
|
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|