Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

De ongelukkig afgelopen aanvallen van de Rotterdammers op Delfshaven en over de Maas

Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email:
aad@engelfriet.net

Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Brederode en klik op ENTER




De ongelukkig afgelopen aanvallen van de Rotterdammers op Delfshaven en over de Maas

Uit Rotterdamse Heldendaden onder de stadvoogdij van den jongen heer Frans van Brederode, genaamt Jonker Fransen Oorlog door K. van Alkemade




Gerard Rooftas, een kloek hoofdman, ervan op de hoogte gebracht dat enige Schiedammers te Delfshaven (een half uur lopen van Rotterdam en zoals verteld is, in as en puin liggende) waren aangekomen, om de te velde getrokken Rotterdammers aan zich te onderwerpen en op te lichten, dreef met toestemming van Brederode met honderd en vijftig mannen in vier roei-jachten de Maas af om hen te verrassen. Bij het dorp gekomen zag hij geen mens, zodat hij zonder erover na te denken dat er enig gevaar zou kunnen zijn en zich geheel onbewust van de versterking van de vijand de haven in roeide en zijn volk aan land liet gaan.

Terwijl hij hiermee bezig was en zijn soldaten indeelde, kwamen intussen zes of zeven jonge mannen, met gespeeld verbaasde gezichten vanwege dit onverwachte krijgsvolk, vluchtend langs de haven, om aldus de Rotterdammers ertoe te verleiden hen achterna te lopen. Dat lukte zo goed, dat de onvoorzichtige Rotterdammers hen meteen tot op de hielen zaten, maar voor de Sluis of Kolk gekomen zijnde, viel hoofdman Rooftas met ongeveer dertig van de zijnen in een verborgen diepe put, die de Schiedammers dwars over de straat tot het water aan toe hadden uitgedolven. Ze hadden deze put met latten, rijshout, riet en stro toegedekt en verder met de lichte puinstof van het afgebrande dorp bestrooid.
Op de andere Rotterdammers kwamen de vijanden van achter de muren en neergestorte gevels zo snel aanlopen, dat deze niet bestand waren tegen het grote aantal soldaten en hun makkers aan de vijand onderworpen ziende, zich meteen terugtrokken naar de vaartuigen. Maar dit alles ging niet zonder veel doden achter te laten, terwijl de hen najagende Schiedammers hen voortdurend onder vuur namen. Aldus zijn de overige Rotterdammers afgedropen en bedrogen teruggekomen, met achterlating van hun bevelhebber en wel zestig doden of gewonden.

De weerloze in de put gezakte krijgslieden, tot halverwege hun lijf in de modder stekend, werden er met veel moeite uitgetrokken en goed vastgebonden en samen met de gewonden naar Schiedam afgevoerd. Van daaruit is de gevangen genomen hoofdman naar Delft gezonden om door de koning gehoord en onderzocht te worden. Vanwege deze nederlaag, met het verlies van de dappere Rooftas en vooral door de bedrieglijk gemene streek der Schiedammers, die niet in een openlijk vuistgevecht, maar door hen te verrassen de overhand hadden gekregen, wat pijnlijk was voor onze Rotterdammers, beijverden zij zich nu des te meer om hun naam door een nieuwe onderneming te zuiveren en een zodanige wraak uit te voeren die hen voldoening zou schenken en de geleden schade zou vergoeden.
Aldus gehard, kregen zij na langdurig aandringen toestemming van de stadvoogd voor een aanval op het land over de Maas.

Ze dreven op de zesde van de sprokkelmaand om tien uur voor de middag, onder de leiding van heer Joris van Brederode en Daniel Lepeltak met driehonderd kloeke krijgslieden in negen roei-jachten de Maasstroom af tot recht voor Schiedam. Daar stapten zij aan de overzijde aan land op de plaats aan de zuidwal van de stroom, waartegenover de steden Rotterdam en Schiedam aan de noordwal zijn gelegen. De streek wordt daarom door de inwoners van die steden en van de omliggende dorpen het Overmaasse land of het land over de Maas genoemd.

In dit Overmaasse land zijn twee fraaie dorpen, Rhoon en Poortugaal, gelegen, welke namen ook de landstreken die aan hen onderhorig waren, voeren. Tussen die twee in ligt het huis Valckestein, dat eertijds dienst deed als jachthuis van de Hollandse graven, van wie het deze naam kreeg. Het is gebouwd door de Heren van Putten.

De Rotterdammers plunderden dit huis en de twee dorpen en dwongen de lieden die op het platteland woonden om de geroofde buit met paardenwagens naar hun vaartuigen te vervoeren. Bij het terugkeren verbrandden zij de woningen en schuren van de boeren al spelende, maar onvoorzichtig en tot hun grote ongeluk.
Want de Schiedammers, door de eerder vermelde zege aangemoedigd, kwamen door deze vlammen meteen in beweging en begonnen te rennen, om met een flink aantal schepen en de meest kloeke soldaten van het krijgsvolk, die vanwege de Prins in hun stad in bezetting lagen, de Maas over te varen. Daar vielen zij als eerste de roei-jachten der Rotterdammers aan, die te zwak waren om tegenstand te bieden aan het geweld van dat grote leger. Zij sloegen daarom op de vlucht door hard weg te roeien en ontkwamen ternauwernood. Zij lieten de overige vier jachten in handen van de Schiedammers, die verder volgens het spoor en op het gezicht water op de opvlammende brand landinwaarts spoten.

Binnen korte tijd kwamen de Rotterdammers, die met de opgeladen buit over de dijk trokken, hen tegemoet en onmiddellijk raakten zij in een hevig gevecht met elkaar verwikkeld. Dit duurde geruime tijd en is aangezet door een wederzijdse dapperheid, tot de Rotterdammers, die het zwakst in getal waren, het uiteindelijk te kwaad krijgende, van de dijk werden verdrongen, afgeslagen en voorts aan het vluchten werden gebracht. Ze zochten vergeefs hun behoud. Dit alles deden de vertoornde boeren uit verbittering en wraak over hun strooptochten en brandstichtingen. De Rotterdammers werden gevangen genomen of gedood.
Heer Joris van Brederode had zich in een waterkreek, de Hij of de Hie genaamd, verborgen en was flink diep in de slikken gezakt en hoofdman Lepeltak met het verdere krijgsvolk zochten elk een goed heenkomen. Maar al hun schuilhoeken werden ontdekt en allemaal werden zij gedood of gevangen genomen, zodat van de te velde getrokken soldaten niemand ontkwam, behalve de weinigen die met hun jachten waren weggeroeid.

Een zwaar en smartelijk verlies voor de Rotterdammers! In het bijzonder wegens de gevangenneming van Heer van Brederode, op wiens dapperheid en krachtige leiding zij veel van hun hoop en vertrouwen hadden gevestigd. Zij zagen er wederom het spreekwoord bevestigd:

Dat, zoals de ene zeegolf de andere als aaneengeschakeld narolt, ook een ongeluk zelden alleen komt.




Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net

Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER






Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

28 Juni 2017