(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan
Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net
Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:
Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Rotterdam en klik op ENTER
Alleen achtergebleven in hongerend Rotterdam
Op 11 november 1944, de zware slag. Papa wordt half ziek, door de Duitsers weggehaald. Wanhopig was het voor mij en de kinderen. Tot zelfs mijn oudste zoon (16 jaar) brulde het uit, en dan die anderen. Ds., wat ik die dagen gedaan heb om hem terug te krijgen, is niet te beschrijven, maar alles faalde, hij kreeg de papieren wel; maar mocht niet meer weg. O, het leed deed toch zo smartelijk aan en dan, alles moest hij lopen, van Rotterdam achter elkaar naar Gouda, vandaar naar Amersfoort en daarna als haring naar Essen. Maar nu, Papa was slager, dus wij kregen geen vlees meer. F 26 per week was, wat ik kreeg; in oktober 2 mud gaskolen en verder niets meer. Dus gingen mijn kinderen, 's morgens voor zij aten, eerst sintels zoeken, wel eerst een half uur lopen in de sneeuw en dan zonder eten en drinken, want ik kon hun niets warms geven. Dan 6 à 7 keer zo'n kacheltje aanmaken en geen hout. Dan kwamen ze werkelijk huilende terug, de handen bevroren en bevroren tenen en dan maar gauw het potkacheltje aan, maar dat duurde soms wel een half uur eer het aan was. Een grote linnenkast, trapleer, grammofoonplatenkast, kinder-speelameublement enz. enz. moest er aan geloven, niets, geen spelletje en speelgoed hebben ze meer, alles verbrand.
's Morgens om half 11 kregen we de gaarkeukensoep; dat was het eerste ontbijt en 's avonds, om 6 uur, 2 hele dunne boterhammen, dat was al wat wij aten. Hadden we 's zondags zuurkool, dan waren we gelukkig (een halve liter p.p.), want dat voedde meer dan bietensoepwater. Dan waren er dagen, dat er geen brood was; dan aten die lieverds 1 kilo tulpenbollen, gekookt of gepoft of gebakken en deze kostten f 5 p. kg. U kunt begrijpen, dat ik niet mee kon doen aan iets "zwart" te kopen: een heel vies bruinbrood f 42, 1 kilo aardappelen f 9, later f 10, voor boter is wel f 500 per pond gevraagd. Dus, dat kon niet. Een paar maal heb ik, omdat ik zag dat ze honger leden, 1 kilo handperen, 1 kg. uien, 1 kg. witlof voor tezamen f 13 gekocht, maar dat kookte ik, met zijn vijven was het nog niets op een avond, en alles uit water. Maar gemopperd hebben nimmer mijn kinderen, want als ik wel zat te eten, bij een mosterdglaasje met een pitje erin van 3 cm, begon ik te huilen en dan troostten de kinderen mij ; "Moeder, het komt toch wel weer goed, als Pa nu maar thuis mag komen en wij leven nog". Nou, we zullen maar denken alweer een dag om, en dan gaf dit mij weer moed.
Met aandacht las ik dan uit het boek "Bij de Bron" van Ds. P. ten Have, na het eten; en een "gebed voor elke dag", wat mijn oudste op de zondagsschool gebruikt voor de kinderen en een gebedenboekje heeft hij van Ds. Zeijdner gehad voor zijn verjaardag. Daar speelt hij ook op de zondagsschool voor de kinderen op de piano. Op mijn verjaardag op 27 december, dus na Kerstmis, heb ik mijn kinderen zonder eten naar bed moeten laten gaan en zaten we in de kou en hebben met een deken om en verstijfde vingers de dag doorgebracht. En toch bleef het warm in ons hart, want des avonds knielden wij met zijn vijven en als ik dan gebeden had voor iedereen, neen, dan ging ik weer met nieuwe moed slapen. Maar u begrijpt, om 7 uur gingen we naar bed van de kou, dan lag ik om 2 uur al wakker en doordat wij geheel niets, zelfs geen pitje hadden, stonden we om half negen pas op. Mijn zoon was zestien, dus was ook onder-duikertje; kwam na januari niet meer buiten. En toen op 't laatste kon ik niets meer betalen, want als ik wat erbij kocht van uien, peen enz. was ik al het halve salaris kwijt. En schulden, neen dat nooit, dan de handen maar uitsteken en heb ik mijn kinderen aan hun lot over moeten laten en ging naar het Ziekenhuis aan de Coolsingel vragen, om in de keuken te helpen. Dit lukte direct; ik ging om 7 uur weg tot half vijf, en thuis komende zag het er keurig uit. Ook bracht ik restjes mee, wat wel niet mocht, maar als moeder van vier hongerige kinderen konden ze niet zien, dat het eten in de put ging. Dus dan was het een waar feest, als ik een prakje meebracht.
En eindelijk op die zondag, toen wij onze bevrijders dat eten uit zagen gooien, wij waren razend, op die stralende zondag. De mensen stoorden zich in het geheel niet aan de vijand. Zij dansten en jubelden en toen die ochtend van de capitulatie! Ik was verslagen en ik had altijd gezegd omdat er mensen waren die zeiden: "Ik zet het op een zuipen en zal dan feesten", maar zelf heb ik gezegd: "God moet allereerst de dank hebben en ik zal hem danken en aanbidden". Dit is ook geschied. Zij kwamen het mij zeggen, ik sloot de deur, en met de kinderen eerst God gedankt. En nu kon ik toch nog niet zo, als alle andere mensen deden, blijde zijn, want van Papa hadden wij nog geen zekerheid. Dus niets geen uiterlijke blijdschap, tot wij het grote en rijke bericht kregen. Mijn zoon kwam, toen ik thuis van mijn werk kwam, mij in de laan al tegen hollen. "Moe, Pa leeft, van harte gefeliciteerd". Toen was ik nog blijder. Hij zat al 6 weken met smart te wachten om thuis te komen vanuit Eindhoven. Op 2 juli, de eersten, die met de trein feestelijk werden ingehaald, was hij er niet bij. Teleurgesteld kwam mijn jongen thuis, maar morgen kwam er op dezelfde tijd weer één, en al die treinen kwamen op de Gordelweg langs, die zwaaiden wij toe. Teleurgesteld en toch weer met de gedachte aan morgen gingen we een kopje thee drinken en zaten voor het raam, komt daar een Amerikaanse auto voor en staat daar mijn man voor ons. Wat een vreugd, wat een blijdschap! En dan ging het toch weer door mij heen: "En al die anderen, die nooit meer terug komen en die dagelijks door Radiobaken worden opgeroepen?"
Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan
Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net
Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:
Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER
|
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|